Affichitis Koppen kruipen als onkruid uit de grond als giftige paddenstoelen. De aarde zucht en gromt Het middel heiligt de doelen. Landschapsvervuiling troef deze beeldendiarree maakt me ziek. Mijn hoofd is leeg, mijn hart is droef De kieskoorts bereikt zijn hoogste piek. Maar borden schuwen de waarheid niet ze hebben niets te vertellen. Bloedarmoede is wat je ziet met hen zullen we het moeten stellen.
0 Comments
Zomercafé Het is dinsdag, een zomeravond in Dilbeek. Geborgen onder het bladerdak van de grote boom op het binnenplein van de mooie, oude hoeve stroomt een massa mensen toe, opgewekt. We verlaten onze veilig afgesloten huizen waar op de kast een lampje brandt voor de schijn. We aarzelen om buiten te komen en ons comfort te ruilen voor de warmte van het samenzijn. Het is een kafkaiaanse metamorfose, een vervelling. Maar we breken uit de verveling en ontdekken wat ons bindt, niet wat ons scheidt van onze gelijken. Terwijl we snoepen en drinken, verruimen onze blikken. Duurzaamheid Eeuwen geleden wisten we het al: Moeder Aarde geeft ons kracht, water en wind, vruchten en graan. We werken keihard de hele dag en laden ons op in de nacht. De molen draait en maalt zorgeloos, zet beweging om in eeuwige energie. Tanden, raderen, banden, assen, balken: kreunen, kraken, bonken, knarsen, piepen. De mens geniet van zijn macht. Na jaren dwalen als blinde dwazen, boren en graven in de oceaan en de grond hebben we het wiel weer uitgevonden: wieken in het zwerk, panelen op de daken. De toekomst is groen, de cirkel is rond. Een huisje van leem Een huisje van leem stond in Dilbeek een parel bekend in de streek ’t gemeentebestuur zag niets in die schuur zodat het van armoe bezweek. Een huisje van leem stond in Dilbeek een parel bekend in de streek het volk kwam op straat zei waar het om gaat totdat men er weer naar om keek. Pajotten Er zijn niet alleen kastelen in het land van de pajotten we zijn met velen die het niet zo ver schoppen. Ik zie vierkantshoeves een draaiende watermolen hopvelden en huisjes van leem en stro. Ik sluit mijn ogen en droom kleine mensen voorovergebogen mannen met pet en grauwe kiel vrouwen met vuile voorschoot. In kleine staminees langs smalle aardewegen worden geuze en kriek rijkelijk geschonken. Onder de akkers van de Wolsemwijk verzonken rusten de resten van een Romeinse villa rustica. Les nouveaux riches wanen zich kasteelheer in hun pronkerige villa’s op kleine percelen. Onder de carport achter hoge hekken en poorten blinkt de Duitse alleterreinwagen van dames op hoge hakken. No pasarán! Er was een dorp dat stad wilde worden maar niet kon te licht bevonden alleen dorp naast de stad maar niet in de stad dat nooit! Er was een stad die dorp wilde worden maar niet mocht te zwaar gevonden blijvend grenzen zocht om over te steken wie weet ooit? Taal bepaalt de grens de grens binnen de grens borden langs de weg vormen de demarcatielijn als een religie een huidskleur of een Berlijnse Muur… Telkens botst de stad op kwade dorpelingen als heilige kruisvaarders voor wie, tegen wat? De burger wikt en de politicus beschikt geen doorkomen aan! Wat gaan we doen? We gaan de legende van Alena van Dilbeek tegen het licht houden om waarheid van fabel te onderscheiden... |
Alain Roger Kofi Vancloosterdichter & performer Categories |