In april 2003 nam ik actief deel aan de Week van de Amateurkunsten (WAK) in Dilbeek. Met o.a. (alweer) Mirani Steenhorst en Hugo Vereecke werden enerzijds enkele geplastificeerde gedichten aan kabels opgehangen in de boomgaard achter de watermolen van Sint-Gertrudis-Pede (Schepdaal). Anderzijds organiseerden wij op woensdagavond 30 april 2003 een literaire avond in diezelfde Watermolen van Pede. De happening werd "De Woordgaard" genoemd. De publieke opkomst was behoorlijk groot. Een gedicht uit die tijd was "kameleon" over de relatie met mijn vader. Dit gedicht is opgenomen in mijn bundel "Liever is een haas" (2011, Bola/Partizaan). vader is een boom van beton met ranke takken wijd. ik ben een kameleon van vele kleuren grijs. ik grijp van tak naar tak kruip van kleur naar kleur. dit pak zit me te strak een scheut scheurt. de stam wordt oud zijn trotse schors gaat dood. ik tuimel tussen sprokkelhout mijn jas past herfstrood. winter lijkt het plots: ik ben rijp op chrysanten. wat mij rest is compost: ik snak naar lente ! Een ander gedicht dat ik die avond heb gelezen, is "Berlijn 1989", verwijzend naar mijn voetbalongeval in juni 1989, alsook naar mijn bezoek aan Berlijn later datzelfde jaar, precies één week voor de Muur viel. Deze tekst is eveneens terug te vinden in de bundel "Liever is een haas". Berlijn is als een gewricht met gescheurde ligamenten. de Muur: een litteken van het gevecht op verbeurde fundamenten. ich bin ein Berliner.
0 Comments
In oktober 2002 werd ik door de Dilbeekse dichteres Mirani Steenhorst uitgenodigd om met haar een kleine expositie van gedichten te organiseren in het cultuurcafé van het Vlaams gemeenschapscentrum "De Kroon" te Sint-Agatha-Berchem (Brussel). Uiteraard was ik meteen zeer enthousiast om mee te werken. We kaderden elk een gelijk aantal gedichten in en hingen ze op aan de muren van het café. Op zaterdagavond 12 oktober 2002 openden we de tentoonstelling met een vernissage en lezing. We gaven gezamenlijk een kleine bundel uit met de geselecteerde gedichten. De hele happening kreeg de titel "Woorden Wisseling". Eén van mijn gedichten uit die tijd was "eb en vloed", dat in 2011 werd gepubliceerd in mijn eerste poëziebundel "Liever is een haas" bij Uitgeverij Bola/Partizaan. meisjes acteren zoals het moet: verleiden, afwijzen. de ijdele wet van eb en vloed. als je hen begeert zijn ze ontgoocheld: 'je bent net zoals de rest !' als je hen negeert worden ze beledigd. krijg de pest ! Ter gelegenheid van "10 jaar Een Opvoeder" gaf schrijver-performer Johny Van Tegenbos (pseudoniem voor Lucas Vanclooster) op vrijdagavond 18 maart 1994 een feestoptreden in zaal "Leireken" in Steenhuffel. En voor die gelegenheid mocht zijn "kleine broer" - ik dus - ook eens meedoen. Het werd onze eerste en enige gezamenlijke performance: "Scherven Schrammen Schaduwen". En ook mijn allereerste podium act met poëzie en kortverhaal... :-) Café "Leireken" is een gezellig heringericht oud treinstationnetje, langs de spoorlijn Londerzeel-Aalst. In 1952 werd de spoorlijn afgeschaft en het station buiten dienst gesteld. De rails werden verwijderd en in 1978 werd op de spoorwegbedding een fiets- en wandelpad aangelegd tussen Londerzeel en Opwijk: de "Leirekensroute". Kleine anecdote: de verantwoordelijke van het centrum "Leireken" had ons vooraf gewaarschuwd dat we niet moesten hopen op een grote opkomst. Hij had ooit eens niemand minder dan Herman De Coninck uitgenodigd en er waren... welgeteld 2 toehoorders komen opdagen. Maar dat was buiten onze fanclub gerekend. We trommelden familie, vrienden en kennissen op en de zaal zat uiteindelijk bomvol! :-) Weliswaar bleek het barmeisje de enige aanwezige inwoner van Steenhuffel te zijn... :-) Deze eerste podiumervaring smaakte alvast naar meer. Van september 1987 tot juni 1994 volgde ik avondlessen tekenen en grafiek aan de Sint-Lucasacademie te Brussel. In het vrij atelier bij Mia Vandermeersschen ging mijn voorkeur naar etsen en linoleumsnedes. Opvallend veel aandacht had ik voor de Basiliek van Koekelberg, terwijl ik toen nog lang niet kon vermoeden dat ik 25 jaar later zou gaan wonen in een appartement met uitzicht op dat art deco gebouw... Vooral van op een zekere afstand kon die imposante kerkkoepel mij wel bekoren en de sobere nachtverlichting vond ik ronduit fascinerend... In diezelfde periode volgde ik ook een opleiding fotografie bij Ann Gewillig (Sint-Lucasacademie) en theater bij Rudi De Smet (VUB Kultuurkaffee). Op maandag 5 januari 1987 begon ik mijn professionele loopbaan op de juridische dienst van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) in de Leopoldswijk te Brussel. En ik verhuisde ook naar Brussel (Laken). Al gauw werd ik een actief lid van de Vriendenkring van het personeel. Naast het beoefenen van sporten zoals tafeltennis en zaalvoetbal, kon ik me er ook creatief uitleven. Er was een heuse donkere kamer waar ik zwartwitfoto's kon ontwikkelen, maar vooral: ik kon er mijn tekeningen kwijt in het maandblad "Contact" van de Vriendenkring, dit onder het mild toeziend oog van collega Jozef Mercken. Ik startte de reeks "De avonduren van een ambtenaar" waarin alle clichés de revue passeerden. De ambtenaar lag namelijk altijd en overal te slapen. Tot mijn eigen verbazing vielen mijn pennenvruchten best wel in de smaak. Zo won ik nog tijdens mijn eerste werkjaar "De Prijs van de Vriendenkring". Ik maakte er een cartoon over: "Al slapend win ik prijzen." Zelfs de zeer ambitieuze en dynamische Administrateur-generaal van de instelling, de heer Johan Verstraeten, stak zijn waardering voor mijn grapjes niet onder stoelen of banken... Van 1980 tot 1985 studeerde ik aan de Universiteit Gent en had ik het geluk op kot te mogen gaan in de mooiste en boeiendste stad van Vlaanderen. Mijn broer en cultuurvriend Lucas Vanclooster woonde toen in Brugge. Die vrijheid - beiden ver van het ouderlijke huis - werd nuttig gebruikt. We stuurden elkaar regelmatig brieven met persknipsels die we bewerkten, zoals foto's, titels en stripverhalen uit kranten en tijdschriften. Eén van onze lievelingsslachtoffers was de reeks "De Gemaskerde Ruiter", die wij schaamteloos herdoopten als "De Gemaskerde Rukker". Al gauw werd deze vorm van "Copy Art" het doel op zich. Ja, de plaatselijke copy centers verdienden mooi geld aan ons. :-) Tijdens mijn laatste jaar in Gent knutselde ik een copy art tijdschriftje "L'APACHE" in elkaar dat ik gratis verspreidde in een kring van een tiental vrienden. Ik noemde mezelf Alain L'Apache, naar de titel van de tweede langspeelplaat van TC Matic, één van mijn favoriete groepen toen. In 1986, tijdens mijn ongewapende legerdienst als vrachtwagenchauffeur in het Belgisch Militair Hospitaal te Soest in Duitsland, ging ik door met mijn tijdschrift "l'Apache". In de bibliotheek van het ziekenhuis vond ik volledige jaargangen van oude geïllustreerde militaire tijdschriften die mij vrij veel inspiratie bezorgden. Ook bleef ik verder diverse cartoons tekenen onder het pseudoniem L'Apache. Op de leeftijd van 15-16 jaar begon ik stiekem met het schrijven van gedichten. Ik deed dat tijdens het studeren in een kladschriftje. Het was de tijd van de eerste kalverliefde. Ook overleed in 1978 mijn grootvader van moederskant, Gerard Raes, na een lange slepende ziekte. Er werd vaak gezegd dat ik sterk op hem leek, al heb ik hem te weinig gekend om dat ook zelf te mogen ervaren. Hij was zelfstandig aannemer en altijd de deur uit, ergens aan het werk. In 1978 vervolledigde ik een heuse dichtbundel. Met een oude tikmachine had ik de tekstjes op papier gezet. Ik had er ook illustraties bij gemaakt, met stift en kleurpotlood. Met naald en draad bundelde ik alle bladzijden samen. Uiteindelijk was ik zo bang dat een familielid mijn geheime versjes zou vinden - veel privacy had ik niet als jongere -, dat ik ze later eigenhandig verscheurde... Eén enkel woordspelletje overleefde in mijn geheugen: "mijn mooie meid". mijn mooie meid al wat gij zijt en mij verblijdt raakt mijn bange jongenshart o mooie meid lustig kloppend heel apart voor jou altijd. mijn mooie meid gij die zijt en mij verblijdt. Meer dan 30 jaar later, in 2011, publiceerde ik het tekstje in mijn bundel "Liever is een haas", uitgegeven bij Bola Editions (nu Partizaan) in Oostakker. Als adolescent volgde ik les in de Vrije Middelbare School (VMS) te Roeselare. Al snel werkte ik mee aan het leerlingenkrantje “FILOS”. Ik schreef er bv. ooit een groot artikel over de verdwenen stadshal van Roeselare, naar aanleiding van archeologische opgravingen op de Grote Markt. Onze schooldirecteur, de heer Marcel Danneels, verkondigde in de plaatselijke pers dat hij nooit meer zijn wagen op de Grote Markt zou parkeren indien de opgravingen niet permanent zichtbaar zouden blijven voor het nageslacht, maar het plein terug dichtgegooid zou worden en gewoon weer dienst zou doen als parking. Een kleine daad van burgerlijke ongehoorzaamheid ? Helaas, het liep slecht af, want het stadsbestuur hield geen rekening met het verzet van de directeur en het plein werd weer wat het voorheen al enkele decennia was geweest: een ordinaire parking. In dat schoolkrantje durfde ik ook al eens mijn tekentalent te tonen en cartoons te publiceren. Op een dag – wij redactieleden wisten dat het nieuwe nummer van “FILOS” ter validatie bij de directeur lag –, werd ik persoonlijk bij het schoolhoofd geroepen. Dat was hoogst uitzonderlijk en beloofde meestal niet veel goeds. Ik had mijn cartoon “De kleren maken de man” ingediend en was behoorlijk zenuwachtig en bang. Ja, ik vreesde het ergste... Tot mijn grote verbazing kreeg ik van de heer Danneels zeer oprechte felicitaties, hij noemde mijn cartoon zelfs “subliem”. Als kind heb ik altijd stripverhalen getekend, samen met mijn oudere broer Lucas Vanclooster. Ik tekende al stripverhalen vooraleer ik kon schrijven. Omdat het eerste – en lange tijd enige – woordje dat ik kon schrijven, mijn voornaam was, tekende ik stripverhalen waar in elk tekstballonnetje mijn voornaam stond. IJdel, zegt u ? Vergeet niet dat de meeste dichters inderdaad een hoog narcistengehalte hebben. Ik zeg vaak: “Velen schrijven poëzie, weinigen kopen poëzie.” Wie heeft er in zijn leven nog nooit een gedicht gepleegd ? Bijvoorbeeld een liefdesgedicht of een rouwgedicht ? Of met andere woorden: een gelegenheidsgedicht. Veel van die gedichten zijn te persoonlijk om als literatuur ernstig genomen te kunnen worden. Het draait vaak om de eigen emoties, rond de eigen navel. Bij proza is dat eerder omgekeerd, of minstens meer in evenwicht. Het is maar een minderheid van mensen die romans schrijven, maar zeer veel mensen lezen en kopen romans. En gelukkig maar ! Maar ik wou het eigenlijk hebben over mijn evolutie van stripverhaaltekenaar naar cartoonist. Inderdaad, vanaf de leeftijd van ongeveer 14-15 jaar begon ik meer en meer cartoons te tekenen. Een belangrijke evolutie. In tegenstelling tot bij stripverhalen, gaat het er bij cartoons vooral om een idee kort en krachtig te presenteren. Vaak in niet meer dan één enkel beeld, maximaal op een A4-tje. Er moet dus nagedacht worden over de essentie: wat wil ik werkelijk zeggen ? En alleen die pure boodschap moet met zo weinig mogelijk lijnen getekend worden. En uiteraard is er altijd een pointe, die de bedoeling heeft om een glimlach op de mond van de lezer te toveren. Deze fase in mijn creativiteit is bijna een voorspelling van mijn latere poëtische activiteiten. In een verhaal of roman kan de schrijver zijn tijd nemen om met heel veel woorden – en zelfs met overbodige uitweidingen, waarom niet – rustig zijn verhaal uit de doeken te doen. In poëzie ligt dat anders, althans in mijn kijk op poëzie: met zo weinig mogelijk (mooie) woorden je boodschap herleiden tot de naakte essentie. Het grappige is dat veel van mijn lezers opmerken dat er in mijn poëzie meestal een pointe zit, dat het eigenlijk gaat om die ene laatste zin. Ik had daar nooit eerder bij stil gestaan, maar achteraf bekeken klopt het wel een beetje. Die opmerkzame lezers hebben gelijk. Ik hecht heel veel belang aan titels en laatste zinnen. Je zou dus kunnen zeggen dat dit nog het gevolg is van het feit dat ik vroeger cartoons heb getekend. De cartoonist in mij leeft nog. In mijn poëzie ben ik als het ware een soort cartoonist met woorden. |
Alain Roger Kofi Vancloosterdichter & performer Categories |