We kunnen moeilijk anders dan beginnen met de bittere actualiteit. Het ondenkbare is gebeurd, een machtige dictatuur heeft zo brutaal als maar kan een democratisch buurland aangevallen, en probeert het nu te vermorzelen. Jij kent al jaren mensen in Oekraïne, de personages van je boek onder meer, je was er, je bezocht Kyiv en de omgeving van Tsjornobyl en Pripjat. Hoe gaat het met je vrienden daar? De situatie is zeer verschillend. Laten we beginnen met het hoofdpersonage uit mijn boek, Lyubov Sirota. Zij woont in Ivankiv ten Noorden van Kyiv, dat zeer snel na de invasie door het Russische leger werd bezet. Bijna 2 maanden heeft ze er in een echte hel geleefd. Elke dag, elke minuut kon ze zomaar vermoord worden, binnen blijven was de boodschap. Gedurende 2 maanden had ik geen enkel contact met haar, alle connecties waren verbroken. Na de bevrijding kreeg ik dan eindelijk het goede nieuws dat ze de hel overleefd heeft en dan toch gevlucht is naar Oostenrijk. Tamara Krasitskaya, de voorzitster van de zelfhulpgroep “Zemlyaki” voor Tsjornobylinvaliden in Kyiv, is al vrij vroeg met haar dochter Julia naar Hamburg gevlucht. Ze zijn daar nog altijd, al beginnen ze stilaan na te denken over terugkeren naar Kyiv. Anna Korolevska, de directrice van het Nationaal Tsjornobyl Museum in Kyiv, is in Kyiv gebleven met haar familie. Het is lastig geweest, maar intussen gaat het veel beter. Andere geëvacueerden uit Pripjat verblijven momenteel in Duitsland, Italië en Spanje. Niemand in België. Een vriendin in Kortrijk heeft haar mama uit Odessa bij haar in huis genomen en een vriendin afkomstig uit Kharkiv – na Marioepol de zwaarst belegerde grote stad – heeft haar moeder en zus in België opgevangen. Mensen in Lviv, Ternopil en Tsjernivtsi in het Westen, niet ver van de Poolse en Roemeense grenzen, zijn meestal thuis gebleven… Vele Oekraïners blijven heel bewust in het land om zoveel mogelijk hulp te organiseren, zowel voor noodlijdende vluchtelingen als voor de strijdende militairen: voedsel, kledij, medicijnen, enz. Er zijn heel veel vrijwilligers en de logistieke organisatie blijkt daar zeer efficiënt te werken, ondanks de oorlog. Oekraïne en Rusland, en betrek er ook maar Polen, Wit-Rusland en zelfs Litouwen bij, hebben een zacht uitgedrukt woelige en dramatische geschiedenis achter de rug, met agressie vanuit alle partijen. Maar de bevolkingen, Russen en Oekraïners concreet, zijn dat broeders en zusters, waren ze dat ooit, zouden ze dat (nog) kunnen zijn? De situatie is sociaalhistorisch gezien zeer complex. Oekraïne en Rusland hebben ongetwijfeld een stuk gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur. Vele Oekraïners hebben familie en vrienden in Rusland, vele Russen hebben familie en vrienden in Oekraïne. In heel Oekraïne leven heel veel Russischtaligen. Maar er zijn ook Oekraïners die Pools of Roemeens spreken. Dat geldt ook voor president Zelenski die oorspronkelijk Russisch sprak en in een vorig leven acteur was die ook met Russische collega’s in Rusland optrad. Maar er zijn ook al eeuwen belangrijke spanningen. De Oekraïense nationale dichter Taras Shevchenko (19de eeuw) werd geminacht door de Russen omdat hij in het Oekraïens over het volksleven op het Oekraïense platteland schreef. Ik zou hem een beetje durven vergelijken met onze Guido Gezelle. Stalin deporteerde duizenden Oekraïense boeren naar Kazakhstan. Begin jaren ’30 van de vorige eeuw was er een verschrikkelijke hongersnood waarbij maar liefst 4 miljoen Oekraïners stierven (“Holodomor” of dood door honger), terwijl iedereen weet dat Oekraïne de grote graanschuur van de hele Sovjet-Unie was. Het graan werd van de Oekraïense boeren gestolen en naar Rusland gebracht en ook doorverkocht naar het Westen om buitenlandse valuta en deviezen binnen te krijgen… Sommigen noemen dat een regelrechte genocide, toen al. Vluchtelingen uit Kharkiv die intussen zijn teruggekeerd naar hun half verwoeste stad, zijn geschokt en begrijpen niet waarom de Russen hen dit hebben aangedaan. Russischtaligen in Odessa aan de Zwarte Zee zweren vandaag om Oekraïens te leren en nooit meer Russisch te spreken om Rusland nooit meer een alibi te geven om hun land binnen te vallen en hen te komen “bevrijden”. Ik zag een reportage uit Kharkiv waarin onze eigen Rudi Vranckx aan een inwoner vroeg of hij Russen als broeders zag. De aangeslagen man antwoordde zeer resoluut dat ze nooit meer broeders zullen zijn... Deze kwetsuur zit heel erg diep, het duurt generaties vrede om die te helen. Tweede actueel element, de kernuitstap, het klimaatakkoord van een maand geleden. Je was al van in de moederschoot tegen nucleaire energie, ik herinner mij hoe je onder de indruk was van de film “The China Syndrome”… Hoe kijk je nu, in die gewijzigde omstandigheden van 2022, naar wat er bij ons gebeurt. Ik was toen vooral tegen nucleaire energie omdat mijn grote broer daartegen was en mij de film “The China Syndrome” had aanbevolen. Je kan over kernenergie veel zeggen en ik wil hierover niet te lang uitweiden, maar over kernenergie wordt heel vaak gezwegen en zelfs gelogen. Het is in zijn totaliteit veel duurder dan toegegeven wordt. Kun je je voorstellen dat er in de hele wereld ruim 400 kerncentrales actief zijn en dat we na ruim 50 jaar nog altijd geen duurzame oplossing hebben voor het gevaarlijke kernafval? De volgende generaties gaan daarvoor zwaar moeten betalen. De situatie in Tsjornobyl is redelijk stabiel, maar niet ongevaarlijk, dat heeft deze oorlog al bewezen. De situatie in Fukushima is zelfs verre van stabiel. Radioactief besmet water dreigt daar nog altijd in de oceaan te stromen en wat zou er gebeuren bij een nieuwe zware tsunami? Voor alle duidelijkheid: onze kerncentrales zijn veiliger dan die van de Sovjet-Unie, oké. Maar wat bij een bombardement of terroristische aanslag, je kan dat in de toekomst nooit helemaal uitsluiten. En ja, kernenergie is een mogelijke eerste stap naar kernwapens… Je beschrijft pijnlijk realistisch de gevolgen op korte en lange termijn bij mensen die bestraling ondergingen. Kristien Bonneure leest een fragment, bladzijden 108-111. Een beslissend ogenblik in de aanloop naar je roman is de ontdekking op de boekenbeurs van de “Atlas van verdwenen steden”; daar was Pripjat bij. Je hebt dat boek meegebracht. Viel de bladzijde over Pripjat je meteen op, op de trein, of thuis? Toen ik het boek “Atlas van verdwenen steden” op de boekenbeurs van 2016 doorbladerde viel Pripjat me nog niet op, wel Pompeï bv. Het is pas later thuis dat ik het verhaal van de evacuatie en de verboden zone ontdekte. Ik was geschokt. Ik kende natuurlijk de kernramp van Tsjornobyl, maar wist niets van Pripjat. Ik was meteen gefascineerd en begon een onderzoek op internet. Ik vond massa’s boeken, artikels, films en foto’s. Zo ontmoette ik de Oekraïense schrijver-dichter Lyubov Sirota die zelf over de kernramp geschreven heeft. We werden bevriend en in de zomer van 2017 bezocht ik haar. Waar was jij op 26 april 1986? Ik was mij mentaal aan het voorbereiden op mijn legerdienst die, op 1 mei zou beginnen, eerst in Gent en later in Soest in het Oosten van het toenmalige West-Duitsland. Maar dat is niet de goede vraag. Want wij wisten op 26 april 1986 absoluut niets van een kernramp. Pas de week daarna sijpelde het nieuws stilaan binnen bij ons. Ik herinner me reportages op TV, zag hoe auto’s en vrachtwagens uit de regio werden gecontroleerd en gewassen… Waarom eigenlijk nog schrijven over Tsjornobyl, na de televisiereeks en een nieuwe documentaire nu op Canvas en zoveel publicaties, en na wat er later nog is gebeurd? Het klopt dat er heel veel studies en boeken en films over Tsjornobyl bestaan. Maar het viel mij al snel op dat het vooral om politieke, historische en wetenschappelijke werken ging, zelden kwam het lot van de gewone burgers, de slachtoffers aan bod. Door mijn vriendschap met Lyubov, Sasja en Tamara had ik het geluk informatie te krijgen van directe getuigen. Ik wilde dat hun verhaal niet vergeten zou worden. Ik verzamelde bijzonder veel nuttige informatie die ik probeerde te verwerken tot literatuur. Zo kon ik een toegevoegde waarde leveren, want dat was nog een lacune, een gat in de markt. Vertel eens iets over het vertelstandpunt. Eerst de Vlaming Halewijn Alsembergs, dan Elena Sikorka. In eerste instantie schreef ik een groot aantal losse fragmenten, daar zaten ook gedichten, liedjes en tekeningen tussen, min of meer chronologisch gerangschikt. Maar het werkte niet: het eerste deel was heel sterk, namelijk de getuigenis van Lyubov, maar daarna zakte het tempo als een pudding in elkaar. Ik moest een nieuwe, niet-chronologische structuur vinden. Ik liet het manuscript een hele tijd rusten om het bij het begin van de coronacrisis en de lock-down terug vast te pakken en te herwerken. Ik wilde ook de link leggen naar het “hier en nu”, ik wilde niet dat het een “ver van ons bed” verhaal zou worden – 35 jaar geleden en 2.000km ver. Daarom begin ik met mijn eigen verhaal, vertel daarna het waargebeurde verhaal van Lyubov, Sasja en Tamara om te eindigen met onze ontmoeting waarbij de verschillende verhaallijnen samenvloeien. Op het einde stel ik enkele kritische vragen voor de toekomst. Bovendien kun je de roman ook lezen als de “making of” van mijn dichtbundel “Plattekaas met alsem”… Die herhalingen en interne verwijzingen naar mijn eigen werk vind ik altijd leuk, vergeef me. Halewijn Alsemberghs staat dicht bij jou, heeft herkenbare karaktertrekken, een vergelijkbare familie tot op zekere hoogte, er is ook wat afstand. Waarom niet gewoon van de ik-persoon Alain Vanclooster gemaakt? Soms is Halewijn braaf… Maar Alain Vanclooster is toch ook braaf! Ik ben altijd de brave versie van Lucas Vanclooster geweest, toch? Neen, in alle ernst nu. Ik wilde geen dagboek of familiekroniek schrijven, wel literatuur. Fictie gebaseerd op waargebeurde verhalen, geen geschiedschrijving. Ik gebruik ook niet de echte naam van Lyubov Sirota. Vooreerst deed zij dat zelf ook niet in haar filmscenario “The Pripyat Syndrome”. In haar script sterft ze op het einde en gaat haar zoon naar het Westen. Daar is niets van aan. Ik wilde ook helemaal vrij zijn om mijn verhaal te verrijken en interessanter te maken voor de lezers. Ik wilde verder kunnen gaan dan een louter exact feitenverslag. Kijk, het individuele verhaal moet niet 100% juist zijn, maar de globale context moet wel kloppen, het geheel moet geloofwaardig zijn. Eigenlijk wilde ik buiten de lijntjes kleuren… dus toch niet zo braaf mischien? De eerste versie van dit boek bevatte ook gedichten. Je hebt die naar je dichtbundel Plattekaas met Alsem, die in het Engels en Oekraïens vertaald is trouwens, verwezen. Zoals daarnet gezegd, klopte de structuur van mijn eerste manuscript niet, het was te rommelig. Ik liet mijn werk door een 20-tal mensen nalezen en een paar mensen gaven mij de interessante suggestie om de poëzie er uit te halen en afzonderlijk te publiceren. Ik heb me dan eerst op die gedichten geconcentreerd en dat leverde “Plattekaas met alsem” op. Een verrassend element is de aanwezigheid van Vlaamse kunst in Kyiv. Dat inspireerde jou ook voor die dichtbundel Plattekaas met Alsem. In kunstgalerij “Pinchuk Art Centre” in Kyiv vond ik een hele afdeling gewijd aan hedendaagse Oekraïense kunstenaars die een persoonlijke interpretatie gaven van de gevolgen van de kernramp. Een heel groot schilderij van een zekere Georgii Senchenko viel mij op. De titel verbaasde mij: “Sacral landscape of Pieter Bruegel” (1988). Ik begreep de band niet meteen tussen Bruegel en de kernramp. Later vond ik in een Bruegelcatalogus een kleine tekening uit 1568, “de imkers” genaamd. Toen zag ik plotseling dat het doek van Senchenko een perfecte kopie was, maar 100 keer groter en in kleur. De bijenhouders leken op de “liquidators”, de eersten zich beschermend tegen bijensteken, de laatsten zich beschermend tegen radioactieve straling. Dat inspireerde mij om al mijn gedichten te linken aan een werk van Bruegel. Niet gemakkelijk, maar het is me toch 27 keer gelukt en daar ben ik best trots op. In de titel verwijst “plattekaas” naar het favoriete beleg van een Bruegelbroodje en “alsem” is de naam van de plant “tsjornobyl”, vandaar. Speelt Tsjornobyl nog een rol in de huidige oorlog? Ik hoorde in het nieuws dat de meeste Russische soldaten over die kernramp niets weten. Dat klopt, het Kremlin heeft het niet nodig geacht om zijn eigen soldaten te verwittigen voor het radioactieve gevaar in de verboden zone. Die jonge soldaten wisten totaal niet waar ze terecht kwamen, hadden nog nooit van de kernramp gehoord en nog minder van de actuele, veel te hoge stralingswaarden. Die soldaten hebben daar putten en loopgrachten gegraven om hun kampen te bouwen, in zwaar besmette grond. Ze hebben daar bijna 2 maanden geleefd, geslapen, gegeten en gedronken, onwetend en niet beschermd. Oekraïense experts zeggen nu dat al die soldaten ziek zullen worden en dat velen zullen sterven… Naast het feit dat Tsjornobyl vanuit Wit-Rusland op de weg lag naar de hoofdstad Kyiv, had de verovering van de site misschien ook een symbolische betekenis voor Rusland. Vandaag wordt aangenomen dat de kernramp van 1986 het begin van het einde van de grote, machtige Sovjet-Unie inluidde. We weten dat Poetin droomt om dat grote Russische rijk van vroeger te herstellen. Misschien stond de verovering van de site symbool voor het uitwissen van deze schandvlek in de Russische geschiedenis, als het begin van een nieuw groot rijk, wie weet… Kristien Bonneure leest fragment pagina 61-63 over de evacuatie en de tanks in Tsjornobyl… Er bestonden concrete plannen om een tweede Pripjat te bouwen, namelijk Slavoetitsj. Is die tweelingstad er dan ooit gekomen? Zo ja, hoe is het daar nu? Wie mijn boek aandachtig heeft gelezen, kent het antwoord. Inderdaad, de stad werd gebouwd en bewoond. Op zijn hoogtepunt waren er zo’n 20.000 inwoners. Dat waren werknemers van de 3 nog overblijvende reactoren van Tsjornobyl en hun gezinnen. Maar veel slachtoffers zijn er niet gaan wonen en in Kyiv gebleven. Na de definitieve sluiting van alle reactoren begin deze eeuw zijn veel inwoners spontaan weer vertrokken, zodat ook de kopie van Pripjat op weg is om een verlaten spookstad te worden… Alsof de duivel ermee gemoeid is. Je maakt het mij ook wat gemakkelijk Alain. Op bladzijde 144 laat je Elena Sikorka zelf een aantal vragen stellen… De vraag stellen is ze beantwoorden!! Kristien Bonneure leest die vragen blz. 144. Dat is een heel moeilijke vraag, die ik een beetje zal ontwijken door mezelf te citeren: “Je weet misschien wat een ander voor jou betekent, maar nooit, neen, nooit ofte nimmer kun je weten wie jij voor die ander echt bent.” (p. 149-150) Kijk. Moest ik geloven in reïncarnatie, dan zou ik ervan overtuigd zijn dat ik in een van mijn vele vorige levens in Oekraïne heb geleefd, misschien was ik wel een Donbas Kozak? Sinds mijn studie van Tsjornobyl en Pripjat en zeker sinds mijn bezoek aan en vriendschap met Lyubov Sirota en Tamara Krasitskaya voel ik een heel sterke band met Oekraïne, ik ben oprecht zeer gehecht aan het mooie land en de vriendelijke mensen. Ik heb sindsdien tientallen nieuwe vrienden gemaakt, zowel hier als ginds. Allemaal intelligente, sympathieke en creatieve mensen. En de onrechtvaardige invasie van Rusland en het onnoemlijke leed van de Oekraïners, de vluchtelingen, de gescheiden families… het raakt me echt heel diep. Dagelijks volg ik de stand van zaken op diverse media. Zo volg ik ook de Engelstalige digitale krant “The Kyiv Independent”. Ik probeer tweewekelijks contact te houden met al mijn Oekraïense vrienden, zowel zij die gebleven zijn als zij die gevlucht zijn en zij die hier al jaren wonen en nu familieleden opvangen. Ik weet dat die blijvende aandacht, dat “niet vergeten worden” heel belangrijk is voor hen. Heb je feedback gekregen op de Oekraïense vertaling van je dichtbundel? Ja en neen. Er waren bij mijn weten geen belangrijke recensies of zo. Ik heb ook geen idee hoeveel boeken er al zijn verkocht. Maar de bundel kreeg wel aandacht, bv. een interview van 4 minuten met mij in het avondjournaal van 26 april 2021 – de 35ste verjaardag van de kernramp – op de nationale televisiezender “Inter”. Ik kreeg vooral heel mooie reacties van lezers. Oekraïners begrijpen niet waarom een kleine Belg zo’n studie maakt en poëzie schrijft over hun nationaal drama, maar ze tonen wel heel veel respect. Zo kreeg ik lof toegezwaaid van een “liquidator”… Op sociale media las zijn kleindochter een van mijn gedichten voor, helemaal uit het hoofd. En een leerkracht Engels in het humaniora gebruikte mijn teksten in de klas. Ze liet haar leerlingen mijn gedichten in het Oekraïens en het Engels lezen, filmde dat en postte het op Facebook. Ontroerend. Tsjornobyl leeft vandaag echt nog heel sterk in Oekraïne. Heb je nog verdere schrijfplannen? Momenteel niet concreet. Ik schrijf altijd vanuit de buik, vanuit sterke gevoelens die mij bezighouden. Op dit moment is dat die verschrikkelijke oorlog natuurlijk, maar het is nog te vroeg om daarmee concreet aan de slag te gaan. Eigenlijk moet je als kunstenaar eerst afstand kunnen nemen alvorens ideeën uit te werken. Maar wie weet komt er ooit wel een dichtbundel over de oorlog. Of er gebeurt iets anders belangrijks in mijn leven dat mij inspiratie geeft. Vijf jaar geleden kon ik ook niet vermoeden dat ik 2 boeken zou schrijven over Tsjornobyl… Come and see in 2027? Lucas Vanclooster is een gepensioneerd VRT-radiojournalist. In een vorig leven publiceerde hij 4 romans bij Uitgeverij Manteau, dit onder het pseudoniem Johny Van Tegenbos. Het interview vond plaats op zaterdagavond 28 mei 2022 in De Beleefhoek te Schepdaal.
0 Comments
ZATERDAG 28 MEI 2022: BOEKVOORSTELLING "PRACHTIG POVER PRIPJAT" IN DE BELEEFHOEK (SCHEPDAAL)5/23/2022 OEKRAÏNE IS ACTUELER DAN OOIT !!! Eindelijk is het zover. Na de door een late Covid-19-besmetting spijtig geannuleerde boekvoorstelling op zaterdagavond 16 april, gaat de uitgestelde boekvoorstelling "Prachtig Pover Pripjat" uiteindelijk door op zaterdagavond 28 mei 2022 om 20u in De Beleefhoek te Schepdaal! Er wacht u een rijk gevuld programma met voor elk wat wils: - inleiding over de kernramp van Tsjornobyl door auteur Alain VANCLOOSTER; - fotoreportage uit de “Verboden Zone” door Nicolas CALLENS (Greenpeace); - muzikaal intermezzo door Lesya DEMKOVYCH (Nationaal Orkest van België); - vraaggesprek door Lucas VANCLOOSTER (gepensioneerd VRT-radiojournalist); - voordracht uit het boek “Prachtig Pover Pripjat” door Kristien BONNEURE (VRT-radiojournalist); - bar met boekenverkoop en signeersessie (Alain VANCLOOSTER) Organisatie: CURIEUS DILBEEK Plaats: De Beleefhoek, Jan de Trochstraat 19A, 1703 Schepdaal (Dilbeek) Toegang: 10 EUR voor niet-leden; 5 EUR voor leden Curieus Dilbeek Reserveren niet noodzakelijk maar warm aanbevolen Info: avanclooster@skynet.be - 0476/93.52.13 Alain, je bent niet aan je proefstuk toe: je publiceerde reeds tal van dichtbundels of verdichtingen waaronder : Plattekaas met alsem, Liever is een haas, Alena van Dilbeek, Utopium, Bezeten Dorp... Waarom nu een roman? Het is geen bewuste keuze voor poëzie, verhaal of roman. Al mijn inspiratie komt uit mijn buik: een verhaal moet verteld worden en dient zich aan in de vorm die het beste past. Na de Tsjornobyl-Bruegel-dichtbundel “Plattekaas met alsem” was er nog zoveel informatie te verwerken en te delen, dat een roman de enige oplossing bleek. Een roman is ook veel toegankelijker dan poëzie. Ik hoopte zo een ruimer publiek te kunnen bereiken. CITAAT ‘Als water water ontmoet, volgt er geen begroeting maar een vereniging. Wie de hemel wil kennen, moet naar de zee kijken.’ De eerste zin is een Oosterse wijsheid, de tweede is van mij. Pripjat is in eerste instantie de naam van een rivier met 5 bronnen – “pjat” betekent “vijf” – in het 3-landenpunt Polen, Wit-Rusland, Oekraïne, die grotendeels de grens tussen Oekraïne en Wit-Rusland volgt en in Tsjernobyl, ten Noorden van Kyiv, uitmondt in de Dnjepr (Dnipro). De Dnjepr doorkruist het hele land van Noord naar Zuid in een wijde boog om ten Westen van de Krim uit te monden in de Zwarte Zee. Langs de Pripjatrivier werd een kerncentrale gebouwd, op zo’n 10 km van het oude stadje Tsjornobyl met een goeie 10.000 inwoners. Er werd een kunstmatig meer aangelegd om koelwater te leveren voor de kerncentrale. Dit bleek na de kernramp een groot geluk te zijn: alleen het meer werd besmet, niet de hele rivier… En later werd er een volledig nieuwe stad gebouwd voor de werknemers van de centrale en hun families… (1970) Die stad kreeg ook als naam ‘Pripjat’ en groeide op 16 jaar tijd uit tot een jonge, bruisende en culturele stad. De 50.000 inwoners ervaarden hun stad als een paradijs (naar Sovjetnormen). Het boek start met Halewijn, een 30-jarige vrijgezel die in Koekelberg woont en ervan droomt schrijver te worden. Voorlopig freelancet hij als journalist bij ‘Deze Week in Brussel’. Op de boekenbeurs in Antwerpen vindt hij een boek over ‘verdwenen steden’. Daarin wordt hij vooral getriggerd door 1 specifiek verhaal namelijk dat van Pripjat, omschreven als een ‘nucleair Pompeï’. Is je boek echt zo ontstaan? Inderdaad, ik hou van steden, wegenkaarten en atlassen, dus dat boek trok mijn aandacht. Ik was zeer verrast door het verhaal van de verboden zone en de spookstad Pripjat, dat ik niet kende. Ik begon op internet te surfen, vond massa’s lectuur en foto’s, en kon contact leggen met de schrijver/dichter Lyubov Sirota. Zij verwees mij naar de zelfhulpgroep “Zemlyaki” en naar het Nationaal Tsjornobyl Museum, beiden in de hoofdstad Kyiv. Sirota heeft haar eigen lijdensverhaal neergeschreven in een filmscenario “The Pripyat Syndrome” – dat uiteindelijk nooit werd verfilmd maar wel naar het Engels is vertaald – waarop ik mij gedeeltelijk heb gebaseerd voor mijn roman. Halewijn neemt dan contact op met de directrice van het Nationaal Tsjornobyl Museum in Kyiv, op zoek naar slachtoffers en nabestaanden van de kernramp. Zij raadt hem het boek ‘Wij houden van Tsjornobyl’ van Nobelprijswinnares Svetlana Alexijevitsj aan en tipt hem de vereniging voor stralingsinvaliden ‘Zemlyaki’. Zo komt hij in contact met Tamara Krasitskaya, voorzitster van die vereniging, die hem in 2017 uitnodigt naar Kyiv. Daar maakt hij kennis met andere leden van de vereniging o.a. Elena en haar zoon Sasja. Is dit ook autobiografisch? Het was allicht niet evident om naar daar te reizen door o.a. de taalbarrière en Cyrillisch schrift… Gedeeltelijk is het zo gegaan, maar niet helemaal. Omdat ik de naam Lyubov Sirota niet wou gebruiken – zij deed dit zelf ook niet in haar filmscenario –, wou ik mijn personage ook niet als schrijver voorstellen. Ik moest dus een omweg vinden om bij haar terecht te komen, die omweg liep via het museum en de zelfhulpgroep. Maar in werkelijkheid was het dus andersom: ik leerde eerst Lyubov Sirota kennen. Het is Lyubov die mij uitnodigde om naar Kyiv te komen. Ik was inderdaad wel een beetje bang omwille van de taal en het Cyrillisch alfabet. Maar het viel best mee. Het alfabet had ik snel onder de knie en met Engels en Duits kun je toch een beetje je plan trekken. In restaurants heb je vaak menukaarten met foto’s… In hoofdstuk 2 krijgen we dan het levensverhaal verteld door de slachtoffers Elena en haar zoon Sasja. Haar eigen grootouders waren afkomstig uit Polen en werkzaam in de landbouw in Oekraïne. Vertel… Eerlijk toegegeven: over de echte achtergrond van Lyubov Sirota weet ik heel weinig. Ik weet dat ze een Poolse familienaam heeft en dat ze in Kazakhstan geboren is. De rest heb ik toegevoegd op basis van mijn onderzoek. Zo waren er veel Poolse boeren in de streek rond Tsjornobyl. Onder Stalin zijn er velen verplicht gedeporteerd naar Kazakhstan, dus mijn invulling kan waar zijn, is geloofwaardig. Het maakt niet uit of het in haar leven écht zo is geweest. In de jaren ’30 werd de landbouwsector door Stalin gecollectiviseerd tot staatsboerderijen. Maar mislukte oogsten werden door de Communistische Partij beschouwd als sabotage van zelfstandige, nationalistische boeren – kapitalisten en anti-revolutionairen dus –, met deportaties tot gevolg en grote hongersnood: “Holodomor”. (p. 40) Met 4 miljoen doden in Oekraïne - gekend als dé graanschuur van de Sovjet-Unie - kan men zich afvragen of dit een doelbewust geplande genocide van de Partij was om de onafhankelijkheidsbeweging in de kiem te smoren – toen al. In mijn boek werden de grootouders van Elena in 1936 gedeporteerd naar Kazakhstan. Haar ouders keerden uiteindelijk terug in 1975, waar zij dan Russische filologie studeerde aan de universiteit van Dnipropetrovsk – Oekraïense literatuur bestond wel maar clandestien. In 1983 wordt ze lerares Russische literatuur in Pripjat (in het volwassenonderwijs). Haar boeken van de grote Russische schrijvers zijn haar heilig. En dan gebeurt er iets in de nacht 26 april 1986, ze hoort een knal maar staat er verder niet bij stil. Lyubov beseft ’s morgens nog niet wat er gebeurd is, officieel is er niets aan de hand. Op de radio klinkt er vrolijke muziek en wordt er druk gepraat over de voorbereidingen van het komende 1 meifeest, grootser dan ooit wegens de 60ste verjaardag van de Sovjet-Unie. Maar in het cultuurpaleis waar ze les geeft, zijn er wel mensen min of meer op de hoogte van een “ongeval”. Sasja gaat naar school, waar hij blijkbaar al meteen jodiumpillen krijgt en de speelplaats moet helpen poetsen. Het duurt lang eer beslist wordt om de stad en de regio te evacueren. De plaatselijke leiding is karig met informatie naar Moskou toe – uit schrik voor de eigen carrière – en de wantrouwige Gorbatsjov stuurt op zaterdagavond een regeringsdelegatie naar Pripjat. Pas op zondagmiddag vanaf 14u wordt de stad geëvacueerd, 36 uur na het ongeval. Veel tijd is verloren, de inwoners zijn te lang onwetend blootgesteld aan veel te hoge dosissen gevaarlijke radioactieve straling… Er wordt gezegd dat de evacuatie tijdelijk is en 3 dagen zal duren. De inwoners mogen enkel hun papieren en wat eten meenemen, hun huisdieren moeten ze achterlaten. Het begin van een lange lijdensweg, zowel administratief als medisch. Voorlopig werden de geëvacueerden ondergebracht bij bewoners van dorpen in de buurt en ook in collectieve opvangplaatsen. Elena en Sasja komen terecht in Ivankiv, halfweg tussen Tsjornobyl en Kyiv. Maar gelukkig heeft ze goede vrienden (Oleg en Irina) in Kyiv waar ze heen mag gaan. Bij hen zullen ze een hele poos verblijven. Op zoek naar informatie en een nieuwe woonplaats wordt Elena van het kastje naar de muur gestuurd, het wordt lang wachten op een nieuw appartement in Kyiv. Daarbij steken de slachtoffers andere hoofdstedelingen voorbij op de wachtlijst, waardoor ze op weinig sympathie kunnen rekenen. Ze worden als profiteurs beschouwd, bv. als ze korting krijgen in een meubelwinkel. Bovendien worden ze gemeden en geïsoleerd door het risico op besmetting, bv. Sasja op school… Daarnaast is er het medische verhaal. Hun stralingswaarden worden constant gemeten, maar ze krijgen geen inzage in hun resultaten. Ze worden niet officieel erkend als slachtoffers van radioactieve straling, waardoor ze geen deftige invaliditeitsuitkering kunnen krijgen. Veel invalide slachtoffers moeten bijklussen om rond te komen, bv. onderhoudswerken doen op de site van de verongelukte kerncentrale, o ironie. Elena wordt 5 keer geopereerd aan haar ogen, terwijl ze altijd moe is en hoofdpijn heeft, moeilijk te been is, haar geheugen en taalkennis achteruit gaan… We herkennen veel parallellen met de Oekraïense vluchtelingen of vluchtelingen in het algemeen vandaag. Er zijn grote gelijkenissen tussen de stralingsvluchtelingen toen en de oorlogsvluchtelingen van vandaag. Ze worden vaak opgevangen in gastgezinnen: ze vragen zich af hoelang ze andere mensen ‘tot last’ kunnen zijn. Ze hebben alles moeten achterlaten, zijn al hun bezittingen kwijt, weten niet of en wanneer ze zullen mogen terugkeren. Plotseling zitten ze van de ene op de andere dag zonder werk, zonder inkomen, en zijn ze volledig afhankelijk van hulp van anderen of van de overheid. Er is nog een belangrijke gelijkenis. Vluchtelingen, toen en nu, willen maar één ding: zo snel mogelijk terug naar huis, hoe erg de situatie ook is. Sasja – intussen 46 jaar – wil vandaag nog altijd maar één ding: terug gaan wonen in Pripjat. Hij woont vlakbij "checkpoint Dytjatki" - achter zijn tuin begint de verboden zone - en keert er regelmatig terug als fotograaf en gids, én hij organiseert er elk jaar een herdenkingsevent. Zodra de oorlogssituatie in Kyiv en Kharkiv iets rustiger wordt, zien we dat veel gevluchte inwoners effectief naar hun al dan niet verwoeste woning terugkeren terwijl de oorlog nog volop aan de gang is in het Oosten en het Zuiden… De overheid verzwijgt constant de ware toedracht en ernst van de zaak, zelfs voor hun eigen soldaten. Na de ramp in 1986 werden vele Russische soldaten opgeroepen om radioactief afval te ruimen, de zogenaamde “liquidators”. Ze werden erheen gestuurd, nauwelijks beschermd of op de hoogte van de ernst van de situatie. We weten ook dat de Russen zolang mogelijk gezwegen hebben tegenover de rest van de wereld. Ook naar de eigen bevolking toe werd er nooit toegegeven dat bv. de vele kankers door de nucleaire ramp zouden kunnen zijn veroorzaakt. Metingsresultaten werden vernietigd, dokters moesten zwijgen en liegen, of ze verloren hun job. Dit jaar wisten de Russische rekruten niet dat ze naar een echte, langdurige oorlog gingen met gevaar voor hun leven. Er werd alleen gezegd dat ze tijdelijk zouden deelnemen aan oefeningen. Zij die de streek rond Tsjornobyl bezetten, wisten niets van de kernramp noch van de nog aanwezige gevaarlijke straling. Ze groeven onbeschermd putten en loopgrachten in de zwaar besmette grond, aten en sliepen daar, ongeveer 2 maanden lang. Er wordt voorspeld dat velen zullen ziek worden en sterven… Op een bepaald moment krijgen ze eindelijk een eigen appartementje aangeduid in een nieuwe wijk maar dat blijkt toch niet zo’n goednieuwsshow. In het Noordoosten van de hoofdstad, op de andere oever van de Dnjepr, was net een nieuwe wijk gebouwd: Trojesjsjina. De Tsjernobylslachtoffers kregen er voorrang op inwoners van Kyiv die al jaren op de wachtlijst stonden en zo nog langer moesten wachten. Die waren daar natuurlijk niet blij om. De wijk werd algauw een soort getto: het waren allemaal Tsjornobylets die er werden ondergebracht, die werden gebrandmerkt, bv. als ‘sponsduikers’. De bevolking wil hen eigenlijk niet in hun stad, want ze zijn bang voor straling. Ze zien hen als losers, profiteurs. Er komen zelfs aparte loketten enz. voor hen! Elena krijgt zo het gevoel in een constante quarantaine te leven, want ze heeft enkel contact met slachtoffers/overlevenden van de ramp. Veel buren sterven aan kankers. Het duurt soms jaren voor mensen ziek worden, zij noemt straling de ‘trage dood’. Op school wil niemand naast Sasja zitten in de klas, alleen andere kinderen van Pripjat komen thuis op bezoek… Uiteindelijk richt Tamara Krasitskaya een vereniging op ‘Zemlyaki’, een zelfhulpgroep voor invalide slachtoffers van de kernramp. Aanvankelijk wilden Lyubov en Tamara hun cultureel werk verder zetten. Maar snel begrepen ze dat de noden van de Tsjornobylets van een heel andere orde waren. De slachtoffers hadden financiële steun en medische begeleiding nodig. Het was ook belangrijk om de lotgenoten regelmatig samen te brengen, ze konden nergens elders heen. Ze kregen een paar lokalen ter beschikking in een plaatselijk zorgcentrum. Dankzij sponsoring, vooral uit Japan – Hiroshima! –, kunnen ze medicijnen aankopen en sessies van yoga, massage en aromatherapie organiseren, net als feestjes met Kerstmis en Pasen met bescheiden cadeautjes voor de kinderen. De naam "zemlyaki" betekent letterlijk "landgenoten", maar eigenlijk voelen ze zich al heel snel vooral "lotgenoten", landgenoten zonder land... Hun logo is een roos op de kleuren van Oekraïense vlag (blauw en geel), maar de roos is voor de helft rood, en voor de helft zwart: rood staat voor het leven voor de ramp toen het leven nog bruisend was en ze reikhalzend naar de toekomst keken. Zwart staat voor de trage dood die na de ramp kwam en hoe ze angstig en nostalgisch in het verleden blijven hangen. Zemlyaki telt vandaag 2.000 leden in de wijk Trojesjsjina, van wie de helft kinderen, dus slachtoffers van de 2de generatie, want stralingsschade kan de genen aantasten en jaren later doorgegeven worden aan de kinderen… In 1988 wordt een nieuwe modelstad gebouwd ‘Slavoetitsj’, geïnspireerd op hun thuisstad Pripjat, en er wordt hen vanuit de overheid aangeboden om daar te gaan wonen. Inderdaad. Je moet weten dat 3 van de 4 kernreactoren van Tsjornobyl zijn blijven draaien tot begin deze eeuw. Er was dus nog altijd veel personeel nodig en voor hen werd weer een splinternieuwe stad gebouwd. Slavoetitsj ligt uiteraard buiten de verboden zone, maar heeft een directe treinverbinding met de kerncentrale. Er is weinig enthousiasme bij de Tsjornobylets: om te beginnen hebben de meesten geen werk meer daar in de buurt en daarbij zijn ze het intussen gewoon geworden in hun nieuwe omgeving. De slachtoffers zien het eerder als propaganda van de overheid om te kunnen zeggen dat alle problemen definitief zijn opgelost… Bovendien zullen alle reactoren van Tsjornobyl begin deze eeuw moeten sluiten onder stijgende internationale druk. Dat betekent dat de inwoners van Slavoetitsj stilaan spontaan wegtrekken naar elders en dat ook deze stad, de kopie van Pripjat, stilaan een spookstad wordt… Alsof de duivel ermee gemoeid is. In 2000 mogen ze hun geliefde Pripjat nog eens bezoeken. Elena aarzelt maar gaat toch mee omdat Sasja dat absoluut wil… Alain leest hier hoofdstuk 54 voor uit het boek: p. 130 - 134. CITAAT ‘Vriendschap is een beetje zoals straling. Ze kent geen afstanden. Er zijn geen grenzen. Je ziet ze niet, hoort ze niet, ruikt noch proeft ze. Het grote verschil is dat vriendschap niet ziek maakt, maar heelt. Ze is als de zon. Ook ’s nachts als het donker is en je haar niet ziet, dan nog is ze er.’ Ik kies dit citaat omdat ik na het lezen van je boek kan stellen dat vriendschap Elena en vele slachtoffers ‘gered’ heeft. Niet de overheid die het leed veroorzaakte… Dat is een hele moeilijke vraag. Wat betekent vriendschap, welke impact heeft die echt? Ik heb tijdens mijn reis naar Kyiv in de zomer van 2017 kunnen aanvoelen dat mijn bezoek belangrijk was, maar ik kan niet inschatten hoe belangrijk en waarom. Ik schrijf het in mijn boek (p. 149-150): “Je weet misschien wat een ander voor jou betekent, maar nooit, neen, nooit ofte nimmer kun je weten wie jij voor die ander echt bent.” Hetzelfde gevoel kreeg ik bij de publicatie van de Oekraïense vertaling van mijn dichtbundel “Plattekaas met alsem”. Dat boek kreeg veel aandacht, bv. een interview van 4 minuten met mij in het avondjournaal van 26 april 2021 op de nationale televisiezender “Inter”. Ik kreeg heel veel mooie reacties en er werden nieuwe vriendschapsbanden gesmeed. Oekraïners begrijpen niet waarom een kleine Belg zo’n studie maakt en poëzie schrijft over hun nationaal drama, maar ze tonen wel heel veel respect. Zo kreeg ik lof toegezwaaid van een “liquidator”… Tsjernobyl leeft vandaag echt nog heel sterk in Oekraïne. Vandaag hou ik zoveel mogelijk contact met al mijn Oekraïense vrienden en kennissen, in Oekraïne en in België, en ik merk dat mijn aandacht betekenis heeft voor hen, ook en vooral voor zij die in Oekraïne zijn achtergebleven in onmenselijk moeilijke omstandigheden. Het doet hen zeker heel veel deugd dat ze niet vergeten worden, ze putten daar kracht uit, ze zijn daar heel dankbaar voor… In het derde Hoofdstuk komen de schrijver en de vertellers samen en ontmoeten elkaar. Hoe is dat verlopen? Heel vriendschappelijk en gastvrij, maar ook stroef door de taalbarrière. Ik kwam nog te weten dat Lyubov een tijdje heeft gewoond op de Krim aan de Zwarte Zee, maar ook daar weer werd verjaagd door de Russen – in 2014 na de annexatie na de Maidanrevolutie. Weer heeft ze alles moeten achterlaten, zonder compensatie! En dit jaar opnieuw. Ze woont in Ivankiv ten Noorden van Kyiv, dat heel snel en gedurende 2 maanden door het Russische leger werd bezet. Uiteindelijk heeft ze de traumatische hel overleefd en is ze nu gevlucht naar Polen… Het is dus de 3de keer in haar leven dat Lyubov moet vluchten en alles achterlaten: in 1986 uit Pripjat, in 2014 uit de Krim en in 2022 uit Ivankiv… Hoeveel drama kan één mensenleven dragen? Hadewich Wauters is medewerkster van cc Westrand in Dilbeek, Team Kunsten. Het interview vond plaats op woensdagavond 18 mei in de Bibliotheek van Dilbeek. Er waren 25 deelnemers en er werden 14 boeken verkocht... WOENSDAG 18 MEI 2022 19:00 - 21:00 BIBLIOTHEEK DILBEEK Na het lezen van de roman "Prachtig Pover Pripjat" van de Dilbeekse schrijver/dichter Alain Vanclooster ben je even stil. Deze roman over de kernramp in Tsjornobyl gaat over een verloren droom van een verloren generatie. We leggen de link met de huidige situatie in Oekraïne, een grensland gevangen tussen oost en west, tussen Rusland en Europa. We praten eerst met Alain over zijn boek en daarna met Serge Detruyer, een collega van cc Westrand van Oekraïense afkomst. Hij vertelt over zijn herinneringen aan reizen in Oekraïne en huidige contacten met zijn familie. De Dilbeekse dichter Alain Vanclooster publiceerde 2 boeken over de menselijke gevolgen van de kernramp van Tsjornobyl (1986) in Oekraïne. Eerst een dichtbundel "Plattekaas met alsem" (2019) waarin linken werden gelegd met het oeuvre van niemand minder dan onze eigen Pieter Bruegel de Oude, en recent de roman "Prachtig Pover Pripjat", fictie gebaseerd op het waargebeurde verhaal van zijn Oekraïense vrienden Lyubov en Aleksandr Sirota. Alain kon onmogelijk vermoeden dat amper 2 weken na de publicatie van zijn jongste boek, Rusland een grootschalige invasie in Oekraïne zou starten die nu heel Europa in zijn wurggreep houdt met miljoenen vluchtelingen, ook naar ons land, tot gevolg. In de bibliotheek van Dilbeek (gelegen bij cc Westrand) zal de auteur zijn boek toelichten en het verhaal vertellen van moeder en zoon Lyubov en Aleksandr. Gezien de actualiteit zal Alain zoveel mogelijk parallellen trekken tussen de kernramp van 1986 en de oorlog van vandaag. (tekst en gesprek: Hadewich Wauters, Westrand) Er waren 25 enthousiaste deelnemers en er werden maar liefst 14 boeken verkocht. |
Alain Roger Kofi Vancloosterdichter & performer Archives
February 2023
Categories |