0 Comments
POËZIE VOOR GEVORDERDEN Dag Leen.
Ik was aanwezig op de voorstelling van je dichtbundel “Niet alles is orewoet & waarheid” op zaterdagavond 22 september 2018 bij jou thuis in Dilbeek. Ik beloofde je feedback te geven. Ik las je gedichten eerst twee keer en legde de bundel dan aan de kant. Wat op de boekvoorstelling was aangekondigd, bleek waarheid: je teksten lezen, is werken. :-) Ik moet toegeven dat ik er na twee lezingen nog helemaal niet klaar mee was. Maar omdat je poëzie voor mij behoorlijk ontoegankelijk is, had ik niet meteen zin om alles opnieuw en opnieuw te lezen. Ik ben allicht te lui en zag wat op tegen al dat werken. Intussen twee maand later, heb ik alle gedichten minstens vijf keer gelezen en geanalyseerd. In het kerstverlof nog wel! Voor alle duidelijkheid: moest het boek niet goed zijn, dan zou ik zoveel moeite niet doen. :-) Toch moet ik eerlijk toegeven dat al dat werken – nog altijd – mijn ding niet is. Poëzie is vaak een evenwicht zoeken tussen verklappen en verstoppen, niet te veel zeggen maar ook niet te weinig. Persoonlijk heb ik liever verhalende dan louter beschrijvende gedichten, waarbij ik bij de eerste lezing al min of meer een idee heb waarover de tekst gaat. Als die tekst mij raakt, dan zal ik graag opnieuw lezen en gaan ontdekken wat de auteur hier en daar heeft verborgen. Als de dichter te veel openbaart, wordt het eerder proza, als hij te veel verstopt, haak ik af. Helaas, met dat laatste gevoel blijf ik worstelen, zelfs na vijf lezingen. Eigenlijk zou ik je graag willen vragen wat je met deze of gene tekst werkelijk bedoelt, maar ik weet dat dit not done is. :-) Het zal wel aan mij liggen. Ik lees te weinig hedendaagse poëzie en zoals gezegd ben ik nogal lui. Het dwingen van de lezer tot verschillende lezingen houdt ook een risico in. Na de zoveelste lezing worden alle woorden en zinnen kritisch gefileerd en geanalyseerd. Alle beelden worden tegen het licht gehouden en qua geloofwaardigheid getoetst. Dat is helaas een eerder rationeel dan poëtisch proces. Dat wroeten van de lezer (= mezelf) – deze vivisectie, zeg maar – heeft bij mij een averechts effect: de teksten verliezen hun poëtische kracht. Ik doe afstand van de dichterlijke vormvrijheid en ga te veel zoeken naar de (rationele) inhoud en waarachtigheid. Ik zou dat niet doen, mochten je gedichten van bij de eerste lezing iets toegankelijker zijn. Maar constant kan ik de vraag “waar gaat dit over?” niet onderdrukken. Da’s ook een onhebbelijkheid van mijnentwege: bij elke kunstvorm wil ik eigenlijk weten wat de kunstenaar gedreven heeft om dit te maken (en niet iets anders), en het zo te maken (en niet anders). De recensent in Poëziekrant had het lastig met de vele “oo” ’s in je gedichten. Dat is mij alvast niet opgevallen. Wat me wel een beetje stoort, zijn je vele “wij”, “zij” en “hij” onderwerpen, te meer daar zij vaak niet gedefinieerd worden. Het is ook vreemd om een schrijver in de meervoudsvorm te zien schrijven; “wij” in plaats van “ik”. Dat doet me aan de Koning denken. :-) De teksten die er voor mij uitspringen, zijn zeker “Hoe een maan te maken” (p. 13), “Stoer” (p. 26) en “Drie vrienden in één nacht” (p. 28). Je ziet dat ik er de meer toegankelijke en maatschappelijk geëngageerde teksten uithaal, c’est moi. :-) Maar laat je vooral niet afschrikken door kritiek van zielige betweters! Je hebt al behoorlijke referenties: diverse nominaties en prijzen, een uitgave bij P en een recensie in Poëziekrant, dat kan tellen, proficiat! Slechts één enkel advies dus: wees altijd jezelf en blijf schrijven zoals jij dat wil !!! (En hou mij op de hoogte ajb…) :-) Graag tot de volgende! Met dichterlijke groet. Alain Toemaatje: jonge dichteressen van wie ik de poëzie heel erg waardeer, zijn bv. Maud Vanhauwaert en Jana Arns. Hun taal is ook heel beeldrijk, maar altijd glashelder. Ook eenvoud is een kunst. |
Alain Roger Kofi Vancloosterdichter & performer Categories |