We kunnen moeilijk anders dan beginnen met de bittere actualiteit. Het ondenkbare is gebeurd, een machtige dictatuur heeft zo brutaal als maar kan een democratisch buurland aangevallen, en probeert het nu te vermorzelen. Jij kent al jaren mensen in Oekraïne, de personages van je boek onder meer, je was er, je bezocht Kyiv en de omgeving van Tsjornobyl en Pripjat. Hoe gaat het met je vrienden daar? De situatie is zeer verschillend. Laten we beginnen met het hoofdpersonage uit mijn boek, Lyubov Sirota. Zij woont in Ivankiv ten Noorden van Kyiv, dat zeer snel na de invasie door het Russische leger werd bezet. Bijna 2 maanden heeft ze er in een echte hel geleefd. Elke dag, elke minuut kon ze zomaar vermoord worden, binnen blijven was de boodschap. Gedurende 2 maanden had ik geen enkel contact met haar, alle connecties waren verbroken. Na de bevrijding kreeg ik dan eindelijk het goede nieuws dat ze de hel overleefd heeft en dan toch gevlucht is naar Oostenrijk. Tamara Krasitskaya, de voorzitster van de zelfhulpgroep “Zemlyaki” voor Tsjornobylinvaliden in Kyiv, is al vrij vroeg met haar dochter Julia naar Hamburg gevlucht. Ze zijn daar nog altijd, al beginnen ze stilaan na te denken over terugkeren naar Kyiv. Anna Korolevska, de directrice van het Nationaal Tsjornobyl Museum in Kyiv, is in Kyiv gebleven met haar familie. Het is lastig geweest, maar intussen gaat het veel beter. Andere geëvacueerden uit Pripjat verblijven momenteel in Duitsland, Italië en Spanje. Niemand in België. Een vriendin in Kortrijk heeft haar mama uit Odessa bij haar in huis genomen en een vriendin afkomstig uit Kharkiv – na Marioepol de zwaarst belegerde grote stad – heeft haar moeder en zus in België opgevangen. Mensen in Lviv, Ternopil en Tsjernivtsi in het Westen, niet ver van de Poolse en Roemeense grenzen, zijn meestal thuis gebleven… Vele Oekraïners blijven heel bewust in het land om zoveel mogelijk hulp te organiseren, zowel voor noodlijdende vluchtelingen als voor de strijdende militairen: voedsel, kledij, medicijnen, enz. Er zijn heel veel vrijwilligers en de logistieke organisatie blijkt daar zeer efficiënt te werken, ondanks de oorlog. Oekraïne en Rusland, en betrek er ook maar Polen, Wit-Rusland en zelfs Litouwen bij, hebben een zacht uitgedrukt woelige en dramatische geschiedenis achter de rug, met agressie vanuit alle partijen. Maar de bevolkingen, Russen en Oekraïners concreet, zijn dat broeders en zusters, waren ze dat ooit, zouden ze dat (nog) kunnen zijn? De situatie is sociaalhistorisch gezien zeer complex. Oekraïne en Rusland hebben ongetwijfeld een stuk gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur. Vele Oekraïners hebben familie en vrienden in Rusland, vele Russen hebben familie en vrienden in Oekraïne. In heel Oekraïne leven heel veel Russischtaligen. Maar er zijn ook Oekraïners die Pools of Roemeens spreken. Dat geldt ook voor president Zelenski die oorspronkelijk Russisch sprak en in een vorig leven acteur was die ook met Russische collega’s in Rusland optrad. Maar er zijn ook al eeuwen belangrijke spanningen. De Oekraïense nationale dichter Taras Shevchenko (19de eeuw) werd geminacht door de Russen omdat hij in het Oekraïens over het volksleven op het Oekraïense platteland schreef. Ik zou hem een beetje durven vergelijken met onze Guido Gezelle. Stalin deporteerde duizenden Oekraïense boeren naar Kazakhstan. Begin jaren ’30 van de vorige eeuw was er een verschrikkelijke hongersnood waarbij maar liefst 4 miljoen Oekraïners stierven (“Holodomor” of dood door honger), terwijl iedereen weet dat Oekraïne de grote graanschuur van de hele Sovjet-Unie was. Het graan werd van de Oekraïense boeren gestolen en naar Rusland gebracht en ook doorverkocht naar het Westen om buitenlandse valuta en deviezen binnen te krijgen… Sommigen noemen dat een regelrechte genocide, toen al. Vluchtelingen uit Kharkiv die intussen zijn teruggekeerd naar hun half verwoeste stad, zijn geschokt en begrijpen niet waarom de Russen hen dit hebben aangedaan. Russischtaligen in Odessa aan de Zwarte Zee zweren vandaag om Oekraïens te leren en nooit meer Russisch te spreken om Rusland nooit meer een alibi te geven om hun land binnen te vallen en hen te komen “bevrijden”. Ik zag een reportage uit Kharkiv waarin onze eigen Rudi Vranckx aan een inwoner vroeg of hij Russen als broeders zag. De aangeslagen man antwoordde zeer resoluut dat ze nooit meer broeders zullen zijn... Deze kwetsuur zit heel erg diep, het duurt generaties vrede om die te helen. Tweede actueel element, de kernuitstap, het klimaatakkoord van een maand geleden. Je was al van in de moederschoot tegen nucleaire energie, ik herinner mij hoe je onder de indruk was van de film “The China Syndrome”… Hoe kijk je nu, in die gewijzigde omstandigheden van 2022, naar wat er bij ons gebeurt. Ik was toen vooral tegen nucleaire energie omdat mijn grote broer daartegen was en mij de film “The China Syndrome” had aanbevolen. Je kan over kernenergie veel zeggen en ik wil hierover niet te lang uitweiden, maar over kernenergie wordt heel vaak gezwegen en zelfs gelogen. Het is in zijn totaliteit veel duurder dan toegegeven wordt. Kun je je voorstellen dat er in de hele wereld ruim 400 kerncentrales actief zijn en dat we na ruim 50 jaar nog altijd geen duurzame oplossing hebben voor het gevaarlijke kernafval? De volgende generaties gaan daarvoor zwaar moeten betalen. De situatie in Tsjornobyl is redelijk stabiel, maar niet ongevaarlijk, dat heeft deze oorlog al bewezen. De situatie in Fukushima is zelfs verre van stabiel. Radioactief besmet water dreigt daar nog altijd in de oceaan te stromen en wat zou er gebeuren bij een nieuwe zware tsunami? Voor alle duidelijkheid: onze kerncentrales zijn veiliger dan die van de Sovjet-Unie, oké. Maar wat bij een bombardement of terroristische aanslag, je kan dat in de toekomst nooit helemaal uitsluiten. En ja, kernenergie is een mogelijke eerste stap naar kernwapens… Je beschrijft pijnlijk realistisch de gevolgen op korte en lange termijn bij mensen die bestraling ondergingen. Kristien Bonneure leest een fragment, bladzijden 108-111. Een beslissend ogenblik in de aanloop naar je roman is de ontdekking op de boekenbeurs van de “Atlas van verdwenen steden”; daar was Pripjat bij. Je hebt dat boek meegebracht. Viel de bladzijde over Pripjat je meteen op, op de trein, of thuis? Toen ik het boek “Atlas van verdwenen steden” op de boekenbeurs van 2016 doorbladerde viel Pripjat me nog niet op, wel Pompeï bv. Het is pas later thuis dat ik het verhaal van de evacuatie en de verboden zone ontdekte. Ik was geschokt. Ik kende natuurlijk de kernramp van Tsjornobyl, maar wist niets van Pripjat. Ik was meteen gefascineerd en begon een onderzoek op internet. Ik vond massa’s boeken, artikels, films en foto’s. Zo ontmoette ik de Oekraïense schrijver-dichter Lyubov Sirota die zelf over de kernramp geschreven heeft. We werden bevriend en in de zomer van 2017 bezocht ik haar. Waar was jij op 26 april 1986? Ik was mij mentaal aan het voorbereiden op mijn legerdienst die, op 1 mei zou beginnen, eerst in Gent en later in Soest in het Oosten van het toenmalige West-Duitsland. Maar dat is niet de goede vraag. Want wij wisten op 26 april 1986 absoluut niets van een kernramp. Pas de week daarna sijpelde het nieuws stilaan binnen bij ons. Ik herinner me reportages op TV, zag hoe auto’s en vrachtwagens uit de regio werden gecontroleerd en gewassen… Waarom eigenlijk nog schrijven over Tsjornobyl, na de televisiereeks en een nieuwe documentaire nu op Canvas en zoveel publicaties, en na wat er later nog is gebeurd? Het klopt dat er heel veel studies en boeken en films over Tsjornobyl bestaan. Maar het viel mij al snel op dat het vooral om politieke, historische en wetenschappelijke werken ging, zelden kwam het lot van de gewone burgers, de slachtoffers aan bod. Door mijn vriendschap met Lyubov, Sasja en Tamara had ik het geluk informatie te krijgen van directe getuigen. Ik wilde dat hun verhaal niet vergeten zou worden. Ik verzamelde bijzonder veel nuttige informatie die ik probeerde te verwerken tot literatuur. Zo kon ik een toegevoegde waarde leveren, want dat was nog een lacune, een gat in de markt. Vertel eens iets over het vertelstandpunt. Eerst de Vlaming Halewijn Alsembergs, dan Elena Sikorka. In eerste instantie schreef ik een groot aantal losse fragmenten, daar zaten ook gedichten, liedjes en tekeningen tussen, min of meer chronologisch gerangschikt. Maar het werkte niet: het eerste deel was heel sterk, namelijk de getuigenis van Lyubov, maar daarna zakte het tempo als een pudding in elkaar. Ik moest een nieuwe, niet-chronologische structuur vinden. Ik liet het manuscript een hele tijd rusten om het bij het begin van de coronacrisis en de lock-down terug vast te pakken en te herwerken. Ik wilde ook de link leggen naar het “hier en nu”, ik wilde niet dat het een “ver van ons bed” verhaal zou worden – 35 jaar geleden en 2.000km ver. Daarom begin ik met mijn eigen verhaal, vertel daarna het waargebeurde verhaal van Lyubov, Sasja en Tamara om te eindigen met onze ontmoeting waarbij de verschillende verhaallijnen samenvloeien. Op het einde stel ik enkele kritische vragen voor de toekomst. Bovendien kun je de roman ook lezen als de “making of” van mijn dichtbundel “Plattekaas met alsem”… Die herhalingen en interne verwijzingen naar mijn eigen werk vind ik altijd leuk, vergeef me. Halewijn Alsemberghs staat dicht bij jou, heeft herkenbare karaktertrekken, een vergelijkbare familie tot op zekere hoogte, er is ook wat afstand. Waarom niet gewoon van de ik-persoon Alain Vanclooster gemaakt? Soms is Halewijn braaf… Maar Alain Vanclooster is toch ook braaf! Ik ben altijd de brave versie van Lucas Vanclooster geweest, toch? Neen, in alle ernst nu. Ik wilde geen dagboek of familiekroniek schrijven, wel literatuur. Fictie gebaseerd op waargebeurde verhalen, geen geschiedschrijving. Ik gebruik ook niet de echte naam van Lyubov Sirota. Vooreerst deed zij dat zelf ook niet in haar filmscenario “The Pripyat Syndrome”. In haar script sterft ze op het einde en gaat haar zoon naar het Westen. Daar is niets van aan. Ik wilde ook helemaal vrij zijn om mijn verhaal te verrijken en interessanter te maken voor de lezers. Ik wilde verder kunnen gaan dan een louter exact feitenverslag. Kijk, het individuele verhaal moet niet 100% juist zijn, maar de globale context moet wel kloppen, het geheel moet geloofwaardig zijn. Eigenlijk wilde ik buiten de lijntjes kleuren… dus toch niet zo braaf mischien? De eerste versie van dit boek bevatte ook gedichten. Je hebt die naar je dichtbundel Plattekaas met Alsem, die in het Engels en Oekraïens vertaald is trouwens, verwezen. Zoals daarnet gezegd, klopte de structuur van mijn eerste manuscript niet, het was te rommelig. Ik liet mijn werk door een 20-tal mensen nalezen en een paar mensen gaven mij de interessante suggestie om de poëzie er uit te halen en afzonderlijk te publiceren. Ik heb me dan eerst op die gedichten geconcentreerd en dat leverde “Plattekaas met alsem” op. Een verrassend element is de aanwezigheid van Vlaamse kunst in Kyiv. Dat inspireerde jou ook voor die dichtbundel Plattekaas met Alsem. In kunstgalerij “Pinchuk Art Centre” in Kyiv vond ik een hele afdeling gewijd aan hedendaagse Oekraïense kunstenaars die een persoonlijke interpretatie gaven van de gevolgen van de kernramp. Een heel groot schilderij van een zekere Georgii Senchenko viel mij op. De titel verbaasde mij: “Sacral landscape of Pieter Bruegel” (1988). Ik begreep de band niet meteen tussen Bruegel en de kernramp. Later vond ik in een Bruegelcatalogus een kleine tekening uit 1568, “de imkers” genaamd. Toen zag ik plotseling dat het doek van Senchenko een perfecte kopie was, maar 100 keer groter en in kleur. De bijenhouders leken op de “liquidators”, de eersten zich beschermend tegen bijensteken, de laatsten zich beschermend tegen radioactieve straling. Dat inspireerde mij om al mijn gedichten te linken aan een werk van Bruegel. Niet gemakkelijk, maar het is me toch 27 keer gelukt en daar ben ik best trots op. In de titel verwijst “plattekaas” naar het favoriete beleg van een Bruegelbroodje en “alsem” is de naam van de plant “tsjornobyl”, vandaar. Speelt Tsjornobyl nog een rol in de huidige oorlog? Ik hoorde in het nieuws dat de meeste Russische soldaten over die kernramp niets weten. Dat klopt, het Kremlin heeft het niet nodig geacht om zijn eigen soldaten te verwittigen voor het radioactieve gevaar in de verboden zone. Die jonge soldaten wisten totaal niet waar ze terecht kwamen, hadden nog nooit van de kernramp gehoord en nog minder van de actuele, veel te hoge stralingswaarden. Die soldaten hebben daar putten en loopgrachten gegraven om hun kampen te bouwen, in zwaar besmette grond. Ze hebben daar bijna 2 maanden geleefd, geslapen, gegeten en gedronken, onwetend en niet beschermd. Oekraïense experts zeggen nu dat al die soldaten ziek zullen worden en dat velen zullen sterven… Naast het feit dat Tsjornobyl vanuit Wit-Rusland op de weg lag naar de hoofdstad Kyiv, had de verovering van de site misschien ook een symbolische betekenis voor Rusland. Vandaag wordt aangenomen dat de kernramp van 1986 het begin van het einde van de grote, machtige Sovjet-Unie inluidde. We weten dat Poetin droomt om dat grote Russische rijk van vroeger te herstellen. Misschien stond de verovering van de site symbool voor het uitwissen van deze schandvlek in de Russische geschiedenis, als het begin van een nieuw groot rijk, wie weet… Kristien Bonneure leest fragment pagina 61-63 over de evacuatie en de tanks in Tsjornobyl… Er bestonden concrete plannen om een tweede Pripjat te bouwen, namelijk Slavoetitsj. Is die tweelingstad er dan ooit gekomen? Zo ja, hoe is het daar nu? Wie mijn boek aandachtig heeft gelezen, kent het antwoord. Inderdaad, de stad werd gebouwd en bewoond. Op zijn hoogtepunt waren er zo’n 20.000 inwoners. Dat waren werknemers van de 3 nog overblijvende reactoren van Tsjornobyl en hun gezinnen. Maar veel slachtoffers zijn er niet gaan wonen en in Kyiv gebleven. Na de definitieve sluiting van alle reactoren begin deze eeuw zijn veel inwoners spontaan weer vertrokken, zodat ook de kopie van Pripjat op weg is om een verlaten spookstad te worden… Alsof de duivel ermee gemoeid is. Je maakt het mij ook wat gemakkelijk Alain. Op bladzijde 144 laat je Elena Sikorka zelf een aantal vragen stellen… De vraag stellen is ze beantwoorden!! Kristien Bonneure leest die vragen blz. 144. Dat is een heel moeilijke vraag, die ik een beetje zal ontwijken door mezelf te citeren: “Je weet misschien wat een ander voor jou betekent, maar nooit, neen, nooit ofte nimmer kun je weten wie jij voor die ander echt bent.” (p. 149-150) Kijk. Moest ik geloven in reïncarnatie, dan zou ik ervan overtuigd zijn dat ik in een van mijn vele vorige levens in Oekraïne heb geleefd, misschien was ik wel een Donbas Kozak? Sinds mijn studie van Tsjornobyl en Pripjat en zeker sinds mijn bezoek aan en vriendschap met Lyubov Sirota en Tamara Krasitskaya voel ik een heel sterke band met Oekraïne, ik ben oprecht zeer gehecht aan het mooie land en de vriendelijke mensen. Ik heb sindsdien tientallen nieuwe vrienden gemaakt, zowel hier als ginds. Allemaal intelligente, sympathieke en creatieve mensen. En de onrechtvaardige invasie van Rusland en het onnoemlijke leed van de Oekraïners, de vluchtelingen, de gescheiden families… het raakt me echt heel diep. Dagelijks volg ik de stand van zaken op diverse media. Zo volg ik ook de Engelstalige digitale krant “The Kyiv Independent”. Ik probeer tweewekelijks contact te houden met al mijn Oekraïense vrienden, zowel zij die gebleven zijn als zij die gevlucht zijn en zij die hier al jaren wonen en nu familieleden opvangen. Ik weet dat die blijvende aandacht, dat “niet vergeten worden” heel belangrijk is voor hen. Heb je feedback gekregen op de Oekraïense vertaling van je dichtbundel? Ja en neen. Er waren bij mijn weten geen belangrijke recensies of zo. Ik heb ook geen idee hoeveel boeken er al zijn verkocht. Maar de bundel kreeg wel aandacht, bv. een interview van 4 minuten met mij in het avondjournaal van 26 april 2021 – de 35ste verjaardag van de kernramp – op de nationale televisiezender “Inter”. Ik kreeg vooral heel mooie reacties van lezers. Oekraïners begrijpen niet waarom een kleine Belg zo’n studie maakt en poëzie schrijft over hun nationaal drama, maar ze tonen wel heel veel respect. Zo kreeg ik lof toegezwaaid van een “liquidator”… Op sociale media las zijn kleindochter een van mijn gedichten voor, helemaal uit het hoofd. En een leerkracht Engels in het humaniora gebruikte mijn teksten in de klas. Ze liet haar leerlingen mijn gedichten in het Oekraïens en het Engels lezen, filmde dat en postte het op Facebook. Ontroerend. Tsjornobyl leeft vandaag echt nog heel sterk in Oekraïne. Heb je nog verdere schrijfplannen? Momenteel niet concreet. Ik schrijf altijd vanuit de buik, vanuit sterke gevoelens die mij bezighouden. Op dit moment is dat die verschrikkelijke oorlog natuurlijk, maar het is nog te vroeg om daarmee concreet aan de slag te gaan. Eigenlijk moet je als kunstenaar eerst afstand kunnen nemen alvorens ideeën uit te werken. Maar wie weet komt er ooit wel een dichtbundel over de oorlog. Of er gebeurt iets anders belangrijks in mijn leven dat mij inspiratie geeft. Vijf jaar geleden kon ik ook niet vermoeden dat ik 2 boeken zou schrijven over Tsjornobyl… Come and see in 2027? Lucas Vanclooster is een gepensioneerd VRT-radiojournalist. In een vorig leven publiceerde hij 4 romans bij Uitgeverij Manteau, dit onder het pseudoniem Johny Van Tegenbos. Het interview vond plaats op zaterdagavond 28 mei 2022 in De Beleefhoek te Schepdaal.
0 Comments
Leave a Reply. |
Alain Roger Kofi Vancloosterdichter & performer Categories |