In de kleuterklas was ik de lieveling van Zuster Suus, omdat ik een brave jongen was maar zeker ook omdat ik heel mooi kon tekenen. Op een dag toonde ze ons een gedetailleerde prent van een vliegtuig en ik kon die perfect natekenen. Ze was zo fier op mij dat ik mijn tekening in alle klassen mocht gaan tonen. En ik blij natuurlijk. Toen ik naar het eerste leerjaar ging, bleef ik Zuster Suus af en toe een bezoekje brengen in mijn oud schooltje. Ik bracht haar dan een zakje met kroonkurken van de melkflessen thuis, zogezegd voor de missies. Als beloning kreeg ik telkens een grote kleurrijke likstok. In het eerste leerjaar leerden we het uurwerk lezen. Van de leraar moesten we om het kwartier het juiste uur hardop roepen in de klas. Er waren altijd leerlingen die het uur te vroeg riepen en er waren er natuurlijk ook altijd die te laat waren en gewoon de anderen nariepen. Die kakafonie kon wel minutenlang duren. Elk kwartier opnieuw, dagen na elkaar… In de klas zaten enkele arme, marginale kinderen van de rand van de stad. Als ze stout waren of veel fouten maakten, wilde de kleine leraar hen slaan met zijn lange bamboestok die hij normaal gebruikte om iets op het bord aan te wijzen. Die jongens vluchtten dan tussen de rijen banken met de razende leraar er achter aan. En wij maar joelen. Terwijl hij liep en tevergeefs sloeg, gebeurde het wel eens dat een onschuldig slachtoffer werd geraakt door de bamboestok. En één keer brak de stok in twee stukken. Op vrijdagnamiddag kwamen alle klassen samen om te zingen. Er was een leraar die accordeon speelde en ons begeleidde. Sommige teksten begrepen wij echter totaal niet, zoals bijvoorbeeld “Hoi ahoi, de boots is zoek en de boot begint te vieren…” Wij veranderden dan de woorden en zongen luidkeels onze eigen teksten zonder dat de leraar het merkte. Hilarisch!
0 Comments
Leave a Reply. |
Alain Roger Kofi Vancloosterdichter & performer Categories |