Op de Antwerpse boekenbeurs vorig jaar werd ik op de stand van uitgeverij Lannoo aangetrokken door een boek met de mysterieuze titel “Atlas van verdwenen steden” van Aude De Tocqueville. Ik kon niet aan de verleiding weerstaan om het te kopen en thuis begon ik er meteen in te bladeren. Tot ik op bladzijde 134 geboeid raakte door het verhaal van Pripjat, “een nucleair Pompeï”, een fonkelnieuwe stad van ongeveer 50.000 inwoners in het Noorden van Oekraïne in de toenmalige Sovjet-Unie, die in allerijl ontruimd en geëvacueerd werd na de kernramp van Tsjornobyl daar vlakbij. De amper 16 jaar oude modelstad zal allicht voor de eeuwigheid een onbewoonbare spookstad blijven. Een city trip naar Kyiv Hoe meer ik ging lezen en studeren over het drama van Tsjornobyl en Pripjat, hoe meer ik het niet meer kon loslaten. Tot mijn verbazing vond ik heel veel informatie en documentatie op het internet. Over dat thema werd in de loop der jaren een hele reeks boeken geschreven. Zo kwam ik terecht bij poëzie en het boek “The Pripyat Syndrome” van Lyubov Sirota, een van de kroongetuigen van het drama. Toen wist ik dat ik verder moest graven en uiteindelijk iets doen met de bovengespitte informatie. Een eigen artikel, verhaal of een reeks gedichten schrijven, of misschien het werk van Lyubov Sirota vertalen naar het Nederlands? Via Facebook kon ik contact met haar opnemen en gauw ontstond een levendige en vriendschappelijke correspondentie tussen ons. Tot ze mij plotseling uitnodigde om naar Kyiv te komen. Mijn eerste reactie was: hoe ga ik dat uitleggen aan mijn vriendin? Maar toen zij op het internet zag hoe wondermooi de Oekraïense hoofdstad is, moest ik niet verder aandringen. We boekten vliegtuigtickets en een klein hotel nabij de Universiteit in het centrum, en we vertrokken op 4 juli. Intussen had ik “The Pripyat Syndrome”, over de eerste uren na de ramp, de evacuatie en de lange lijdensweg van vele lotgenoten uit de streek rond Tsjornobyl, gelezen en met mijn nieuwe vrienden een reisprogramma samengesteld. Het Nationaal Tsjornobyl Museum Op woensdag 5 juli bezochten we meteen het Nationaal Tsjornobyl Museum in de oude wijk Podil, vlakbij het Kontraktova Plein. Door het voor ons ontoegankelijke Cyrillisch alfabet was het even zoeken voor we de oude brandweerkazerne vonden. We hadden er afspraak met de directrice, mevrouw Anna Korolevska, maar die bleek die dag net afwezig wegens ziekte, helaas. Het Museum biedt een zeer brede en gedetailleerde kijk op de bouw en de werking van de kerncentrale, het ongeval op 26 april 1986, de bestrijding van de brand en de straling gedurende de eerste uren en dagen, en over de evacuatie van de “verboden zone” in een straal van 30 kilometer rond Tsjornobyl met Pripjat als belangrijkste stad. Naast foto- en beeldmateriaal is er een groot overzicht van persoonlijke spullen zoals uniformen van militairen en brandweerlui, beschermende kledij en maskers van de “liquidators” en identiteitskaarten van enkele helden, maar ook gebruikte geigertellers, buitenlandse krantenknipsels, enzovoort. Net als enkele private reisagentschappen, organiseert ook het Museum tegenwoordig (dure) daguitstappen naar Tsjornobyl en Pripjat. Ik heb bewust gekozen om dat niet te doen, dit om verschillende redenen. Ik wou zeker geen ramptoerist zijn. Verhalen van levende mensen interesseren mij meer dan stille stenen. Bovendien blijft er altijd een risico op besmetting. Toeristen moeten strikt de gids volgen, mogen niets aanraken en niet in het gras lopen. Dat zegt genoeg. Tenslotte zijn er op het internet honderden prachtige foto’s te zien van de dode stad Pripjat. Alles wat ik wou weten, kon ik veilig thuis op mijn computerscherm zien. Zemlyaki Na het Museum namen we een taxi naar de Honoré de Balzacstraat in de wijk “Troieshchyna” op de andere oever van de Dnipro rivier. Dit is een oude wijk met hoge woontorens met goedkope en eenvoudige appartementen, waar vandaag nog altijd veel geëvacueerde personen uit Pripjat wonen. Midden in die wijk ligt “Zemlyaki”, de liefdadigheidsinstelling voor invaliden van Pripjat. Om 15u hadden we er afspraak met de voorzitster, mevrouw Tamara Krasitskaya, die ons met open armen ontving. We ontmoetten er Ludmila, Tania en Valeri, vrijwilligers in het centrum, en zelf ook slachtoffers. We kregen er een rondleiding en een videopresentatie over de werking van het centrum. Hun verhaal was onthutsend. Van hun ongeveer 2.000 invalide leden is ruim de helft geboren na de ramp. Tweede-generatie-slachtoffers dus. Grote radioactieve straling kan namelijk het DNA wijzigen en dat kan later doorgegeven worden. In de eerste jaren na de ramp werden dan ook veel kinderen met allerlei mutaties geboren. Vandaag komen nog altijd baby’s ter wereld met een handicap die gelinkt kan worden aan de radioactieve straling na de ramp in Tsjornobyl. In Oekraïne bestaat er nauwelijks sociale zekerheid. Erkende invaliden krijgen een pensioentje van 45 euro per maand. Een klein appartement huren in Troieshchyna kost al gauw 60 euro per maand. Heb je medische verzorging nodig en kun je die niet betalen, dan heb je pech: je kan gewoon niet verzorgd worden en evenmin de broodnodige medicijnen kopen. De meeste invaliden zijn dus verplicht toch nog een beetje te gaan werken – bijvoorbeeld in Tsjornobyl, o ironie – of ze zijn helemaal aangewezen op liefdadigheid. Zo draait Zemlyaki hoofdzakelijk op buitenlandse sponsoring, vooral uit Japan en de Verenigde Staten. Het centrum koopt medicijnen en biedt ontspanning en alternatieve verzorging aan, zoals yoga, massage en aromatherapie. Af en toe zijn er bescheiden feestjes voor de invaliden. De muren van de hal van Zemlyaki hangen vol ontroerende kindertekeningen. Een tekening van een jongen die voor een meisje een paraplu openhoudt, trok mijn aandacht. De grote regendruppels leken wel radioactieve neerslag (fall-out). Naar Ivankiv Na het bezoek en nadat we een bescheiden gift hadden gedaan aan het centrum, werd concreet afgesproken voor onze rit naar Ivankiv de volgende dag, waar we bij Lyubov Sirota thuis verwacht werden aan de ontbijttafel. De invalide chauffeur van Tamara kwam ons om half 9 aan het metrostation “Universytet” oppikken met de dienstwagen van Zemlyaki, een intussen 11 jaar oude Volkswagen Caddy, ooit een geschenk van de Japanse ambassade. Het werd een dolle rit van anderhalf uur. Ivankiv ligt op de weg van Kyiv naar Tsjornobyl. Eenmaal buiten de mooie, rijke hoofdstad, veranderde het landschap compleet. Smalle wegen in zeer slechte staat verhinderden niet om constant 140 kilometer per uur te rijden en in te halen in de bochten. De vele pronkerige Westerse luxueuze sport- en terreinwagens in het straatbeeld van Kyiv werden eensklaps vervangen door Lada, Volga en Moskvitch voertuigen. Een paar keer zagen we ook paard en kar. Langs de weg stonden oude mensen klein fruit en diverse sapjes te verkopen, in geïmproviseerde standjes. Toen we onderweg stopten om te tanken, bleek hoe groot de kloof is tussen arm en rijk. Een volle tank kost ongeveer 35 euro, bijna een maandinkomen. Vanzelfsprekend deed ik mijn portefeuille open. Nu begreep ik waarom die gebarsten voorruit niet snel hersteld zou worden. We werden heel warm en enthousiast ontvangen door mevrouw Lyubov Sirota en haar man Viktor Grabovskyj, een in Oekraïne gevierd en geëerd dichter. Toevallig woont dit literaire koppel in een straat genoemd naar Taras Sevchenko, de nationale dichter van Oekraïne van wie je de naam in Kyiv overal tegenkomt. De ontbijttafel in de kleine veranda met zicht op een reusachtige kersenboom, was rijkelijk gevuld met broodjes, beleg, slaatjes, taartjes, sapjes en thee. De getuigenis van Lyubov Sirota Vol heimwee en nostalgie sprak Lyubov over Pripjat. Als Russische filologe werkte zij er in het cultuurpaleis, waar ze les gaf en literaire en muzikale voorstellingen organiseerde. Uit haar verhalen kon ik afleiden dat Pripjat, de stad die in 1970 werd gebouwd voor de gezinnen van de vele werknemers van de kerncentrale van Tsjornobyl, naar Sovjet-normen een waar paradijs moet zijn geweest. Een zeer groene stad van jonge, creatieve mensen met een gemiddelde leeftijd van amper 26 jaar, die beschikte over uitstekende culturele accommodaties en sportieve infrastructuur, parken en speelpleinen, scholen, een ziekenhuis en zelfs een hotel “Polissja”. De nieuwe appartementen waren zeer comfortabel. We kregen een mooie fotoreeks van vroeger te zien. Op het scherm, want de papieren fotoalbums zijn nog altijd te sterk radioactief. Lyubov was net 30 toen de ramp gebeurde. Ze had een zoontje, Sacha, van 10. Ze was gelukkig. Op enkele uren tijd veranderde haar hele leven. Gedurende de eerste 36 uur na de ontploffing werd er door de lokale Sovjet-autoriteiten niet gecommuniceerd over de omvang van de ramp. Er was een brand in de centrale, maar alles was onder controle. Het leven ging gewoon door. Het was zaterdag. Mensen gingen werken of deden boodschappen, kinderen liepen naar school, enzovoort. Sommige nieuwsgierigen wandelden tot aan de brug of klommen op het dak van de hoogste gebouwen om een mooi zicht te hebben op de rookpluimen. Nietsvermoedend. Speculerend. Uiteindelijk werden de inwoners op zondag via de lokale radio en luidsprekers verwittigd. De eigenlijke evacuatie met een kolonne van 1.225 autobussen duurde amper 2 uur, mede dankzij de strenge, militaire discipline. Negationisme Na de evacuatie werden Lyubov en haar zoon ernstig ziek en gingen ze jarenlang door een hel. Ze werd maar liefst 5 keer geopereerd. Vandaag herinneren alleen haar fonkelende ogen nog aan de gezonde, energieke vrouw die ze ooit was. Tamara vertrouwde me toe dat Lyubov de laatste tijd weer sterk achteruit gaat. Ze komt haar huisje niet meer uit. Zelf geeft Lyubov toe dat ze er zonder haar “engelbewaarder” Viktor al lang niet meer zou zijn… We voelden veel wrok ten aanzien van de Sovjet-Unie, die de ware toedracht van de gevolgen van de ramp verzweeg. Veel slachtoffers van Pripjat kregen te horen dat hun ziekte niets te maken had met de stralingen van de kernramp. Neen, zij waren al ziek daarvoor, allicht zelfs van bij de geboorte. Snel werd het gerucht verspreid dat de inwoners van Pripjat zich enkel inbeeldden ziek te zijn geworden door de stralingen. Men had daar zelfs een naam voor: het “Pripjat syndroom”. Ook in Kyiv waren de inwoners van Pripjat niet echt welkom, want ze kregen er verschillende voordelen, hoe klein ook, bijvoorbeeld qua huisvesting. Al gauw werden ze uitgescholden voor “profiteurs”… Maar de cijfers liegen niet. Pripjat was een zeer jonge gemeenschap. Dertig jaar na de ramp zijn meer dan 60% van de bewoners overleden, ook veel kinderen. En de overlevenden zijn hetzij rechtstreekse, hetzij onrechtstreekse slachtoffers: invaliden, weduwen en wezen. Van Ivankiv naar de Krim en terug Het leven van Lyubov Sirota kent een dubbel drama. Jaren geleden kocht ze met haar partner Viktor een klein appartement aan de Zwarte Zee, op de Krim meer bepaald. U raadt het vervolg. Toen een paar jaar terug de Krim door Rusland werd bezet, moest ze weer vluchten en alles achterlaten. Ironisch genoeg woont ze nu in Ivankiv, het dorp waarnaar ze bij de evacuatie werd gestuurd, maar waar ze niet wou blijven… Als jonge vrouw wou ze naar Kyiv. Intussen is de hippe hoofdstad met zijn “nouveaux riches” veel te duur geworden voor haar. De cirkel is bijna rond. Alexander Sirota in Fukushima Behalve een gesigneerd boek, had Lyubov nog een andere verrassing voor ons. In de namiddag mochten we even langs gaan bij haar zoon Sacha, persfotograaf en activist. Zijn officiële naam is Alexander Sirota, maar Oekraïners geven elkaar graag koosnaampjes. Zo is hij al verschillende keren terug gegaan naar Tsjornobyl en Pripjat, een keer met zijn moeder. Hij reisde ook naar Fukushima. We konden niet lang blijven, want de vrouw van Sacha was net in Kyiv bevallen van een zoontje. Omdat Sacha zelf niet goed Engels spreekt, was zijn Russische vriend Yury bereid om als tolk op te treden. We hoorden nu een meer politiek geladen verhaal. De Japanse aanpak van de ramp was veel beter dan die van de Sovjet-Unie destijds. De Japanners hebben intussen, na amper 6 jaar, al verschillende dorpen “schoongemaakt” en de bewoners mogen er terugkeren, terwijl Pripjat voor altijd verboden gebied zal blijven. Ook hier voelden we datzelfde verlangen om terug te keren naar Pripjat, of beter: naar de tijd van voor het ongeval. Toeval of niet, Sacha woont vandaag in de Tsjornobylstraat in Dytiatky, dat is een checkpoint naar de verboden zone, op amper 30 kilometer van Tsjornobyl. Dichter kan je vandaag niet wonen, toch niet legaal. Toen we aan de grenspost even stopten, verliet er net een auto de zone. De koffer ging open en de auto werd grondig gecontroleerd. Allicht om te checken of er geen radioactieve spullen werden meegenomen. Op de terugweg gaf Tamara toe dat zijzelf nooit zou terug gaan kijken naar haar spookstad Pripyat. De confrontatie zou te emotioneel zijn. Ze koestert liever de mooie herinneringen. Pieter Bruegel in Oekraïne De dagen daarna konden we onze tijd spenderen aan de toeristische verkenning van de ongekende, maar boeiende stad Kyiv, dat “de stad met de gouden koepels” wordt genoemd. Inderdaad, tientallen kerken en kloosters zijn er getooid met vergulde koepels die schitteren in de zon. Toch bleef Tsjornobyl ons achtervolgen. Op een tentoonstelling van oude Europese landkaarten leerden we dat het stadje Tsjornobyl al belangrijk was in de 17de eeuw. In het Arsenal Art Centre tegenover Pechersk Lavra, een stukje prachtig werelderfgoed, liep net een tentoonstelling over de toenadering van Oekraïne tot de NAVO. Op een tijdslijn stond bij het jaar 1986 een tekst over de kernramp.
Toen we op 12 juli thuiskwamen en ik mijn computer opstartte, wachtte er een e-mail van Tamara met een dankwoordje en de foto van 2 dozen vol medicijnen die Zemlyaki had kunnen aankopen dankzij onze bescheiden gift. De correspondentie met Lyubov en Tamara is niet gestopt, integendeel. Vriendschap voor het leven. Vriendschap is een beetje zoals straling. Ze kent geen afstanden. Er zijn geen grenzen. Je ziet ze niet, je hoort ze niet, je ruikt ze niet. Het grote verschil is dat vriendschap niet ziek maakt, maar heelt.
0 Comments
Leave a Reply. |
Alain Roger Kofi Vancloosterdichter & performer Categories |